Tekst: Michiel Elands
Foto’s: Michiel Elands & Hogeschool Inholland en Shutterstock
Voedsel kweken in afgesloten klimaatcontainers, waar ook ter wereld. Dat is de belofte die vertical farming -oftewel daglichtloos telen- stapsgewijs inlost. Met behulp van hoogwaardige technologie in de vorm van klimaatsturing en licht- en voedingsrecepten voor planten kan in een vertical farm in verschillende lagen groente, fruit en kruiden geteeld worden.
Vertical of indoor farms hebben weinig oppervlakte nodig en gaan daarnaast heel efficiënt om met grondstoffen. De productie kan -waar ook ter wereld- jaarrond doorlopen. Nadelen zijn er ook: vanwege alle techniek is een productieruimte veel duurder dan een reguliere voedselkas en het energieverbruik is hoog. Deze nieuwe tuinbouwmethode zet daarom met name voet aan de grond in landen waar de afstanden tussen stad en platteland groot zijn, waar het klimaat extreem is of in gebieden met hoge voedselprijzen.
"We staan voor de uitdaging om vertical farming winstgevend te maken. Dat kan, want er liggen nog legio mogelijkheden"
Toch kan juist Nederland een belangrijke rol spelen bij de verdere uitrol van vertical farming, betoogt Jasper den Besten, lector Nieuwe Teeltsystemen bij HAS Hogeschool. ‘Als geen ander zijn we in staat om nieuwe kennis en nieuwe technologie naar de praktijk te brengen. We staan wereldwijd al bekend vanwege onze high-tech glastuinbouw; onze kassen worden over de hele wereld gebouwd. Inmiddels hebben we ook een aantal topbedrijven, gespecialiseerd in vertical farms.’ Jasper den Besten, lector Nieuwe Teeltsystemen bij HAS Hogeschool Mede door de succesvolle ontwikkeling van de glastuinbouw in combinatie met een hoog kennisniveau staat Nederland op de kaart als het om vertical farming gaat. ‘Maar die voorsprong dreigen we te verliezen als we niet samenwerken’, waarschuwt Jan-Willem Donkers, business developer bij Hogeschool Inholland. Donkers geeft leiding aan het opleidingsprogramma binnen het Fieldlab Vertical Farming in Zuid-Holland, wat onderdeel uitmaakt van het EFRO-programma Kansen voor West. De komende jaren worden verschillende leertrajecten ontwikkeld, voor zowel het mbo, het hbo als voor het bedrijfsleven. Donkers: ‘Kennis is nu versnipperd en met het project willen we dit samenbrengen.’ Jan Willem Donkers, onderzoeker bij Hogeschool Inholland Den Besten is ook voorstander van het benutten van elkaars kennis. ‘We staan voor de uitdaging om vertical farming winstgevend te maken. Dat kan, want er liggen nog legio mogelijkheden in het rassenonderzoek en de veredeling, in de kostprijsverlaging van de systemen, in het energieverbruik, in het vergroten van productie en kwaliteit en de overdracht van bijbehorende kennis.’ Dicht bij de praktijk
Komend voorjaar start een minor voor de studenten van Inholland. ‘Wat opvalt aan vertical farming is dat de techniek, de teelt en de markt heel erg met elkaar zijn verweven’, zegt kartrekker Donkers. ‘Dus zijn allerlei kennisgebieden van belang: zoals marktonderzoek om te kijken wat een consument wil, maar ook het selecteren van nieuwe gewassen en alle mogelijkheden om het klimaat in de vertical farm te optimaliseren.’ In het fieldlab werken een achttal partijen samen zoals kennisinstellingen, toeleveranciers en een tweetal commerciële vertical farms, zoals kruidenleverancier FutureCrops. ‘We willen graag dicht bij de praktijk zitten en ook genoeg mogelijkheden voor stages en afstudeeronderzoeken hebben voor onze studenten’, motiveert Donkers. ‘Daarnaast is er al her en der veel kennis en dat willen we via een database beter ontsluiten en gebruiken voor het verder ontwikkelen van studiemateriaal.’ Andere activiteiten van het Fieldlab zijn het uitvoeren van onderzoek en demonstratie-activiteiten en het vergroten van de bekendheid van vertical farming, met name voor de retail en horeca, en innovatie. Zo heeft Delphy Improvement Centre succes geboekt met de oogst van basilicum, zonder daglicht. De vervolgstap is om het Fieldlab Vertical Farming uit te bouwen tot een netwerk van bedrijven en kennisinstellingen. Internationale arbeidskansen
Vertical farming groeit in met name Amerika, Japan en het Midden-Oosten als kool. Ook in Nederland zijn tal van voorbeelden te vinden: het opkweken van slaplantjes, de teelt van kruiden of voedselproductie direct bij een restaurant. Toch lijkt maar een handjevol teelten kansrijk in tuinbouwland Nederland, met name kruiden en medicinale gewassen. ‘Vanwege de hoge investeringen en het grote energieverbruik is het lastig om in Nederland een farm rendabel te maken’, weet Donkers. Dus de arbeidskansen voor studenten liggen voornamelijk internationaal. ‘We leiden studenten op die overal in de wereld aan het werk zouden kunnen in het werken in vertical farms. Denk bijvoorbeeld aan de rand van grote internationale steden of in landen rondom de Arabische Golf.’ ‘Voor het onderwijs is vertical farming een perfect onderwerp’, vindt Den Besten. ‘Samen met studenten kunnen ondernemers redelijk laagdrempelig ook leren hoe teeltsystemen echt werken. Een fieldlab vertical farming in het westen van het land, is een kans voor de ondernemers daar om om de hoek kennis bij te spijkeren en onderzoek te doen.’ Hogeschool HAS is tien jaar geleden begonnen met een onderwijsprogramma rondom daglichtloos telen. Naast het opleiden van studenten zoeken ze vaak de samenwerking op met het bedrijfsleven. In de acht klimaatcellen in Den Bosch kon zonder daglicht geteeld worden. Hier vindt ook gewasonderzoek plaats met verschillende lichtrecepten voor de inzet van led-verlichting. ‘Onze studenten beantwoorden ook onderzoeksvragen uit de praktijk’, weet Anouk van Rossum, verantwoordelijk voor de bedrijfsopleidingen. Binnen het expertisecentrum Brightbox in Venlo vindt meerlaagse teelt op grotere schaal plaats. Dit is niet alleen een leeromgeving voor HAS-studenten, maar ook de locatie voor verschillende cursussen en opleidingen: Telen zonder daglicht, opleiding plantfysiologie en Bedrijfskunde voor de tuinbouw. Daarnaast is er de vierdaagse internationale praktische en theoretische cursus ‘Managing a vertical farm’. Binnen deze cursus komt zowel de bouw, het onderhoud als de dagelijkse praktijk van het runnen van een vertical farm aan de orde. Van hygiënemaatregelen tot de oogsttechnieken, maar ook de praktijk van productiesystemen, ledverlichting, software en klimaatcomputers. Van Rossum: ‘Veel investeerders hebben wel interesse in vertical farms, maar hebben zelf geen idee hoe ze dit in de praktijk draaiende moeten houden. Daar leiden wij de mensen voor op.’ Brede interesse
Volgens de HAS-medewerker komt de interesse voor de studies en cursussen van diverse kanten. ‘Wij staan dicht bij het bedrijfsleven en zien dat alle grote reguliere bedrijven in de tuinbouwsector, zoals bijvoorbeeld de veredelaars en leveranciers van plantmateriaal interesse hebben in vertical farming’, merkt Van Rossum op. ‘Daarnaast zijn we een belangrijke kennispartner voor het buitenland, met name voor Aziatische landen.’ De minor bij Inholland, voor hbo-studenten, wordt een opleidingstraject van ongeveer anderhalf jaar. Roël Chin-Kon-Sung, docent Expert Tuinbouwtechniek, ziet ook een diverse groep studenten met interesse, ook uit de richting dier- en veehouderij. De indoorfarm van Duurzame Kost in Eindhoven Innovatie, datamanagement en ondernemerschap noemt de docent belangrijke competenties. ‘Naast masterclasses van experts en excursies willen we ook discussiedagen organiseren’, zegt Chin-Kon-Sung, zelf voormalig aubergineteler. ‘In de praktijk zijn er veel nieuwe ideeën rondom vertical farming, maar weinig worden uiteindelijk geïmplementeerd. Dus de vaardigheid om een innovatietraject te begeleiden met enthousiasme, creatief denken en leiderschap maakt onderdeel uit van de studie.’ Studenten die de minor met succes voltooien krijgen naast een certificaat ook ‘zachte’ beloningen, vindt Chin-Kon-Sung. ‘Ze leren over de grenzen van hun eigen vakgebied heen te kijken en verbreden zo hun perspectief. Ze bouwen een ander netwerk op dan het gangbare en kunnen zich dus ook onderscheiden op de arbeidsmarkt.’ Verticale landbouw heeft de afgelopen decennia vele vormen gekregen; van moestuinieren in de stad tot de ontwikkeling van compleet ingerichte klimaatkamers en massaproductie. Een van de aanjagers van de innovatieve teelt is de Amerikaanse professor Dickson Despommier die in New York in 2001 voorstelde om op braakliggend terrein in steden verticale boerderijen te plaatsen. Zijn basisidee was om jaarrond voedsel te telen met minder water, voedsel en brandstof. Despommier berekende dat in New York City een gespecialiseerd flatblok van 30 verdiepingen jaarlijks ruim 450 maal zo productief kan zijn dan zo’n stadsblok aan vollegrondsteelt. De verklaring is het enorme aantal verdiepingen, het aantal productielagen per verdieping en de extra productierondes in een gesloten gebouw. Zo’n enorme vertical farm zou zo’n 50.000 mensen kunnen voeden. Het Bossche bedrijf PlantLab, gestart op de HAS Hogeschool en inmiddels gehuisvest op een locatie van twintigduizend vierkante meter, is wereldwijd een van de koplopers. Zij hebben in 2006 de commerciële basis gelegd voor de teelt in afgesloten ruimtes. PlantLab spreekt van Plant Productie Units waarbinnen alle teelttechnieken gestuurd kunnen worden. Het gaat om voeding, water, licht, luchtvochtigheid en CO₂, maar ook de techniek die de straling en verdamping van de plant aanstuurt. Meer informatie
Hoog kennisniveau
"In de praktijk zijn er veel nieuwe ideeen rondom vertical farming, maar weinig worden uiteindelijk geïmplementeerd"
Voedsel uit de stad
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.