Tekst: Ton van den Born
Foto’s: Simone Sauren, Ger van Laak, Yuverta
Vleermuizen, beschermd door de Wet natuurbescherming, kunnen als ze op een bouwplaats of te renoveren huizen worden aangetroffen, het werk tijdelijk stilleggen. Dat los je op met een quickscan op flora en fauna. Zijn er bijvoorbeeld vleermuizen of andere beschermde soorten aanwezig? De bouw kan dan maatregelen treffen, zoals vervangende verblijfplaatsen of planning van werkzaamheden op het moment dat vleermuizen uitvliegen (niet tijdens kraamperiode of winterslaap). De bouw heeft vaak al problemen genoeg in de voortgang, zoals stikstofregels dichtbij Natura2000-gebieden. Maar zijn er geen ecologen beschikbaar, dan ligt de bouw stil.
In Zuid-Limburg pakt Yuverta het tekort aan ecologen aan in een samenwerkingsproject met hoger onderwijs en bedrijfsleven. Mbo’ers kunnen dan bijvoorbeeld aan de slag als vleermuizenspotter in de bouw. Programmamanager Simone Sauren en projectadviseur Ger van Laak leggen uit hoe zij dit aanpakken.
Simone Sauren
Ger van Laak

Ecologen hebben veel kennis van de samenhang in natuurlijke ecosystemen. Een ecoloog onderzoekt verbanden tussen planten, dieren en de mens in een bepaald gebied. De intrede van de flora- en faunawet midden jaren’90 gaf een flinke impuls aan het beroep. De beschermde status van dier- en plantsoorten werd verhoogd en elke ruimtelijke ingreep moest vanaf toen worden getoetst. Nu merkt de beroepsgroep de impact van de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis. Overheden en bedrijven zijn druk met het vormgeven van hun duurzaamheidsbeleid.
In Nederland zijn zo’n 3.300 ecologen actief en wordt het tekort geschat op zo’n 600 tot 800 ecologen (bron: brancheorganisatie voor ecologisch advies en onderzoek, zomer van 2024).
Lees meer in het artikel 'Nieuw toekomstperspectief voor ecologen'Vleermuizenspotters
Ecologen zijn vaak mensen die op hogescholen en universiteiten zijn opgeleid. “Maar onderschat de kennis van praktijkmensen niet”, zegt Simone Sauren, programmamanager bij Yuverta. Ze heeft een achtergrond als ecoloog en heeft bijvoorbeeld in Indonesië gewerkt met orang oetans.
Sauren geeft twee voorbeelden van ‘praktijkmensen’ die veel inbreng in ecologisch veldwerk hebben. “Toen ik als ecoloog onderzoek deed in Indonesië was ik zelf aanvankelijk nauwelijks in staat om orang oetans te ontdekken, maar de lokale veldassistenten zagen ze wel. En bij een excursie in Portugal waren mbo’er zeker zo goed in spotten en identificeren van wild als de meegereisde wo-student.“
Ze spreekt over jobcarving. Daarbij worden taken en werkzaamheden van mensen opnieuw verdeeld onder mensen met bepaalde capaciteiten. Zo kun je het ecologentekort ook aanvliegen. “Misschien wel beter. Er is immers veel concurrentie op de arbeidsmarkt, want ook in vele andere sectoren zijn tekorten. Mbo’ers kunnen dan een deel van de taak op zich nemen.”
“De rol van mbo’ers is in deze sector nog niet erg geaccepteerd”, erkent Sauren, “maar ze zijn bijvoorbeeld vaak heel goed in staat om te observeren, te spotten en data te registreren. Bijvoorbeeld als vleermuizenspotters. En ze willen daarna vaak ook doorstromen naar ecologenopleidingen in hoger onderwijs.”
In EcoBiose
De opleiding van deze mbo’ers om straks bijvoorbeeld als ecologisch veldwerker of vleermuizenspotter aan de slag te gaan, is opgepakt in het EcoBiose-project van Yuverta. Dat project is twee jaar geleden gestart, in november 2022. Onderwijs pakt hierin samen met overheden en bedrijfsleven ecologische vraagstukken op.
Mbo-studenten van twee nieuwe opleidingen bij Yuverta in Zuid-Limburg – een opleiding voor adviseur duurzame leefomgeving en één voor toegepaste biologie – doen eraan mee. Overheden zijn bijvoorbeeld provincie en waterschap en er zijn nu zo’n vijftig bedrijven betrokken. Die komen uit vier onderscheiden sectoren: natuur- en groenbeheer, agrifood, recreatie en lifestyle en bouw en infra. Daar valt bijvoorbeeld Staatsbosbeheer onder, maar ook het Zuyderland-ziekenhuis.
Sauren vertelt hoe het project tot stand kwam toen ze als adjunct-directeur op de mbo-locatie in Heerlen werkte. Daar was nog geen opleiding voor natuur en leefomgeving, maar als ecoloog wilde ze eigenlijk ook mbo’ers opleiden in die richting. Er kwam een subsidie beschikbaar, vanuit het regionale investeringsfonds mbo. Die RIF-subsidie was bedoeld om het onderwijs beter te laten aansluiten op de regionale arbeidsmarkt. Bovendien was er een notitie van gemeenten in Zuid-Limburg die uitsprak hoe belangrijk het landschap in de regio was en dat ook het onderwijs een rol speelde in de zorg voor dat landschap.
In overleg met bedrijfsleven zijn er naast de twee nieuwe opleidingen modules ontwikkeld, zegt Ger van Laak. Hij komt uit onderwijs, maar is nu vooral als projectadviseur betrokken bij de samenwerking van onderwijs met bedrijfsleven. Kijk voor een overzicht behalve op ecobiose.nl ook op blauwgroenlespakket.nl.
Academische werkplaats
Bijzonder is verder hoe dit onderwijs vorm krijgt. Studenten gaan voor hun opleiding een periode van tien weken aan de slag met een echte casus. Zo gaan ze bijvoorbeeld voor een adviesbureau uitzoeken wat een helofytenfilter voor gevolgen heeft voor de waterkwaliteit.
Verder nemen de mbo’ers deel in onderzoek binnen een academische werkplaats. Zo’n werkplaats is een samenwerkingsverband waar ook hoger onderwijs in vertegenwoordigd is. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er bij Universiteit Maastricht een onderzoek over bodem loopt en dat de bodemmonsters door de mbo’ers worden gedaan.
De aanpak van EcoBiose, waarbij mbo’ers deelnemen in ecologisch onderzoek en veldwerk, verspreidt zich via Yuverta ook buiten Zuid-Limburg. En het gaat, benadrukken Sauren en Van Laak, zeker door nadat de projectperiode van EcoBiose in november 2026 is afgelopen.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.