Ontwikkelen bij Hazeleger Kaas

Tekst: Beau Schenk
Foto: Karin Jonkers (Wim van Rijn) & Zuivel.nl (niet gemaakt bij Hazeleger Kaas)

Dit artikel verscheen eerder in: H@P Magazine

In de dynamische wereld van de foodindustrie moeten bedrijven continu investeren in de ontwikkeling van medewerkers. Daarom leidt Hazeleger Kaas, gevestigd in Barneveld, nieuwe en bestaande medewerkers intern én extern op. Gedurende de hele loopbaan. “Het heet niet voor niets een ’leven lang ontwikkelen’”, aldus Wim van Rijn.

Wim van Rijn

“Kom je bij ons binnen als nieuwe productiemedewerker, dan nemen we je meteen mee in een intern opleidingstraject. Je leert over de praktische kanten van je nieuwe baan en werkveld, zoals handleidingen en hygiëneregels. Dit traject hebben we zo’n drie jaar geleden opgezet in samenwerking met VAPRO. Hoe meer we groeiden, hoe meer behoefte we hadden aan een gestructureerd ontwikkelingstraject. Inmiddels hebben we een paar interne opleiders in dienst die het opleidingstraject bijwerken en uitvoeren. Nu zijn we als bedrijf veel stabieler en weten we beter welke skills we in huis hebben. We merken bovendien dat medewerkers veel sneller doorstromen binnen het bedrijf. Niet iedereen heeft die ambitie natuurlijk, maar als de wil er is, is de weg er zeker.

Productiemedewerkers blijven nodig, daarom werken we met veel flexkrachten. Dat zijn voornamelijk arbeidsmigranten. Zij lopen ook mee met de interne opleidingsprocedure. Ze zijn dan wel flex, maar we werken vaak jarenlang met ze samen. Ook dan loont het, voor hen én voor Hazeleger, om die verdieping op te zoeken.

Maar de ontwikkeling gaat verder dan dat. Ons personeel kan ook extern een opleiding volgen. Sinds een paar jaar werken we samen met Food Academy Nijkerk, de FAN. Dat is een initiatief van verschillende foodbedrijven in de regio. Door de samenwerking met Aeres MBO en Stichting Ontwikkelingsfonds Levensmiddelenindustrie (SOL) halen mbo’ers van niveau 2 tot en met 4 hier een diploma via een werk-leertraject. We stimuleren onze medewerkers om hieraan mee te doen. Jonge werkenden grijpen die kans snel aan. De wat oudere medewerkers, vanaf een jaar of 30, hebben daar vaak minder trek in. Die zitten in een andere levensfase, met een jong gezin, en hebben weinig tijd om ‘s avonds nog wat aan hun opleiding te doen. Toch vinden we het belangrijk dat ze het doen. Daarom kijken we samen hoe we hun investering opvangen, bijvoorbeeld met vrije dagen. Want één ding is duidelijk in de foodindustrie: je moet mee ontwikkelen. Nieuwe technologieën, ICT, vernieuwde producten, je ontkomt er niet aan.

"Met een diploma zijn de mensen interessanter voor de arbeidsmarkt"

Bovendien: als we stil gaan staan, kunnen we de tent over tien jaar wel sluiten. Dat hebben we ook gezien bij collega-bedrijven die inmiddels niet meer bestaan. Met bijgeschoolde medewerkers, blijft ook Hazeleger relevant en up-to-date.

Het werk-leertraject bevalt erg goed, dat is de zoete kant. Toch blijft het lastig om jong personeel aan te trekken. De voedselindustrie heeft een negatief imago, dat is zuur. Mensen denken dat ze bij ons de hele dag hetzelfde doen aan de lopende band. Dat is niet zo, maar maak dat maar eens duidelijk. We organiseren open dagen om te laten zien hoe gevarieerd ons werk is. Je bent bij ons bezig met techniek, voeding én mensen. Daar is geen toegespitste mbo-opleiding voor, maar je leert het bij ons in de praktijk en met onze opleidingskansen.

"Als ze ergens anders wel die promotie kunnen maken, dan zeg ik ook: doe maar"

En ja, de helft doen we voor Jan met de korte achternaam. Dat is zuur: we steken een hoop energie, geld en tijd in de opleidingen. Er zijn altijd afhakers en mensen die na het traject naar de concurrent vertrekken. Ondanks dat is het de investering meer dan waard en blijft het een zoet verhaal. Sterker nog: zonder diploma kunnen mensen vaak niet eens aan de slag bij de concurrent, dus we gebruiken het zelfs als argument om de medewerkers te motiveren. Zo zijn ze interessanter op de arbeidsmarkt. We kunnen namelijk niet iedereen altijd de kansen bieden waar ze van dromen, hoe graag we dat ook willen. Als ze ergens anders wel die promotie kunnen maken, dan zeg ik ook: doe maar.”