Tekst: Jan Nijman, foto Shutterstock
De glastuinbouwsector wil de teelt verduurzamen met een lager energieverbruik, een lagere CO2-uitstoot, nog minder emissie van nutriënten en bestrijdingsmiddelen. Dat kun je doen door gebruik te maken van andere, meer duurzame energiebronnen in plaats van aardgas, door te werken aan energiebesparing bijvoorbeeld door intensiever te schermen, door andere belichting of door betere klimaatregeling. Of door te werken aan meer weerbare planten. Het nieuwe telen (HNT) is een verzamelnaam voor de diverse teeltmaatregelen om de teelt te verduurzamen.
Nieuwe kennis
Al in 2005 was er een eerste kas zonder gas, zegt Ineke van Meggelen, docent bij Aeres Hogeschool. Het nieuwe telen is toen al begonnen. Vanaf die tijd is in het project ‘Kas als energiebron’ al veel kennis ontwikkeld over energiezuinig telen, onder andere in het Innovatie- en Democentrum in Bleiswijk. Aanvankelijk was de aandacht vooral gericht op terugdringing van het energiegebruik en energiebesparing, maar de aandacht is nu meer verschoven naar ‘de plant centraal’. Je kunt door schermen te gebruiken – zo bleek in proeven in Bleiswijk –niet alleen energie besparen, maar ook efficiënter produceren. Omdat er minder uitstraling is, kunnen tomatenplanten ’s morgens eerder opstarten, zo legt Van Meggelen uit. Je moet dus ook naar de plant kijken.
"Een plant in balans is weerbaarder en kan beter produceren"
Hoewel er sinds 2005 heel veel kennis en expertise is ontwikkeld, heeft het Nieuwe Telen toch nog niet de vlucht genomen zoals verwacht. Telers staan niet te popelen om de kennis toe te passen. Ze zijn soms huiverig, bijvoorbeeld omdat ze altijd geleerd hebben dat je het licht tot op het laatste moment optimaal moet gebruiken en dat je dus geen schermen moet gebruiken. Ze vinden het moeilijk oude wijsheden los te laten. Het doel van het SIA Project ‘Het nieuwe telen, Gas erop!’ is de adoptie van het nieuwe telen te versnellen. En het onderwijs zou daar een belangrijke rol in kunnen spelen.
"Telers kunnen oude wijsheden moeilijk loslaten"
Het project is aangevraagd vanuit het HAS-lectoraat Nieuwe Teeltsystemen en loopt tot februari 2022. Lector Jasper den Besten ziet dat studenten er een belangrijke rol kunnen spelen. Hij merkte telers wat terughoudend zijn bij het invoeren van nieuwe teeltmaatregelen. Ze doen voor hun gevoel al veel aan het nieuwe telen, maar twijfelen over het nemen van vervolgstappen. Wat betekenen die stappen voor de kwaliteit van het product? Of het inkomen? Wat gebeurt er bijvoorbeeld als je de kas dicht doet? Krijg je dan niet meer Botrytis of Phytophthora? Door hierover het gesprek te voeren, zijn de telers bereid toch nieuwe stappen zetten, zegt hij. Zeker wanneer studenten tegelijkertijd meten wat het effect is van zo’n stap. Je kunt zo al doende leren en vervolgstappen nemen. Zo breng je het nieuwe telen een stap verder.
Learning communities
Je motiveert jonge ondernemers niet via informatiebijeenkomsten, zegt Den Besten. Je moet het anders aanpakken: Je moet zorgen dat de jonge generatie de mogelijkheden leert kennen. Studenten - zowel van mbo als hbo - kunnen hen daarbij helpen. Door telers te bevragen in learning communities, zetten ze niet alleen mogelijkheden op een rij. Ze werken tegelijkertijd aan bewustwording over het nieuwe telen.
Studenten van de vier groene hogescholen gebruiken voor die gesprekken met telers vragenlijsten. Ze verzamelen zo data, analyseren gegevens. De resultaten moeten duidelijkheid geven hoe je telers kunt helpen. Die vragenlijsten moeten studenten helpen de juiste vragen te stellen. Veel telers passen al onderdelen van het nieuwe telen toe, al zijn ze zich daar niet altijd van bewust, aldus Ineke Van Meggelen. Het is daarom belangrijk dat studenten niet vragen ‘Past u het nieuwe telen toe?’, maar dat ze gerichte vragen stellen: ‘Maakt u gebruik van schermen?’, ‘Welke klimaatmaatregelen neemt u?’, ‘Hoe zit het met het energiegebruik?’
"Veel telers passen al onderdelen van het nieuwe telen toe, al zijn ze zich daar niet altijd van bewust"
Ook mbo-studenten van de zes meetingpoints in het Praktijkcluster Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (Zwolle, Hoorn, Aalsmeer, Breda, Venlo, Naaldwijk) spelen er een rol in. Zij helpen telers via praktijkonderzoek op bedrijven, zegt Gert Engbers van het Praktijkcluster T&U van CIV Groen, die de mbo-activiteiten in het project coördineert. Tijdens koffietafelgespreken verzamelen de studenten meer informatie: Hoe doen ze het? Wat zou er mogelijk geweest zijn? Wat zou er nog meer kunnen?
Opleidingen
Omdat een van de doelen is dat de jonge generatie telers de mogelijkheden van het Nieuwe Telen leert kennen, is het ook belangrijk dat de nieuwe kennis wordt ingebouwd in de opleidingen. “We moeten nog meer ‘energie’ steken in het opleiden van jonge mensen,” zegt Den Besten. Met dat doel is het boek Plant Empowerment vertaald voor gebruik in het onderwijs. Mbo-docenten gebruiken het als inspiratiebron, aldus Engbers. Omdat het niet direct te gebruiken is, worden er nu leerpakketten gemaakt.
Ook het model Kassim, waarmee studenten aan de hand van simulaties kunnen leren hoe je het klimaat kunt regelen, wordt aangepast. Nu wordt het onder andere gebruikt door hbo-studenten. Het model wordt aangepast zodat het ook goed te gebruiken is binnen mbo-opleidingen. Den Besten denkt dat er nog wel meer mogelijk is. Je zou studenten bijvoorbeeld uit kunnen dagen in een battle om in samenwerking met ondernemers te kijken wie het beste gas kan besparen.
Dit onderzoek is medegefinancierd door Regieorgaan SIA, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Meer informatie over het project
Meer informatie over Kassim
Meer informatie over Plant Empowerment
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.