Tekst Jessica Merkens
Slow Food Youth Network Nederland (SFYN) is een internationale jongerenbeweging die zich inzet voor een eerlijk en goed voedselsysteem. Ze proberen jongeren te bewegen om na te denken over voedselproductie- en consumptie. Dat doen ze door jonge consumenten, producenten, boeren, koks en studenten samen te brengen. Ook bij SFYN beheerst het Corona-virus nu de agenda.
Wat zijn de grootste problemen die de landbouwsector nu treffen?
“Je merkt dat producenten die voor horeca produceren hun afzet niet kwijt kunnen. Dat is bijvoorbeeld bij producenten van kruiden en microgroenten, zoals cressen, een groot probleem. Dat geldt ook voor kleine tuinderijen die afhankelijk zijn van restaurants. Het wordt nu deels opgevangen door support your locals voedselpakketten, maar lang niet allemaal.
"Juist de kleine producenten die door deze crisis worden geraakt kunnen minder snel opkrabbelen. "
Terwijl juist deze kleine producenten een regio of gebied mooier maken, vind ik. Als dat verdwijnt zou ik dat heel erg vinden. Ik probeer dat mensen in mijn omgeving ook mee te geven. Koop lokaal, bij kleine winkels en producenten. Als ze verdwijnen komen ze ook niet meer terug.”
De Bie was zelf betrokken bij het opzetten van Locals Utrecht, dat voedselpakketten van lokale producenten rechtstreeks aan de consument verkoopt. In minder dan 24 uur tijd werden producenten benaderd, een website gelanceerd en de eerste pakketten al verkocht.
Lianne in actie bij Locals Utrecht
Hoe is dat zo snel gegaan?
“Het initiatief begon in Amsterdam, onder leiding van Samuel Levie, de oprichter van SFYN Nederland (destijds YFM). Wij volgden kort daarop en vrij snel daarna volgden ook Haarlem en Rotterdam. We waren non stop aan het bellen. Via SFYN kende ik twee Utrechtse producenten, Emile Corre van de Roze Bunker, en Josse Haarhuis van Buitengewone Varkens. Ik was al met ze in contact, vroeg me af hoe het met ze was en of wij niet wat voor ze konden doen.
Er belden steeds meer mensen die weer andere producenten kenden. We zijn meteen die avond bij elkaar gekomen om alle producten op de foto te zetten. Iemand anders kon weer een website in elkaar zetten, die werd online gegooid en toen was het ‘hup, gaan!’. Bizar hoe snel je in dit soort tijden iets kan neerzetten. Het was niet meteen perfect, we werken er nu aan om de processen te verbeteren. Maar inmiddels zijn er meer dan 2000 pakketten verkocht. En de producenten zijn heel blij.”
Kunnen de producenten ervan bestaan?
“Het verschilt erg per producent. Voor de één is de volledige afzet weggevallen, van de ander maar de helft. Sommigen kunnen nog teren op reserves, voor anderen is het net dat beetje extra waardoor ze de vaste lasten kunnen betalen. Het is ook een lastige vraag om te stellen, ‘ga je bijna onderuit?’. We proberen gewoon te helpen waar we kunnen. En dat gaat goed. Sommige consumenten bestellen steeds opnieuw pakketten. Dat is wel cool.”
De Bie is nu acht maanden directeur van SFYN. Ze nam het stokje over van Jorrit Kiewik, die naast zijn werkzaamheden bij SFYN Global juryvoorzitter is van de Groenpact Impactprijs. Tijdens haar studie aan de Wageningen Universiteit deed De Bie onderzoek naar de milieueffecten van bananenplantages in Costa Rica en verzilting van agrarische percelen in Noord Nederland. Haar ouders werden allebei groot op de boerderij. Ze zet zich in voor eerlijke voedselproductie.
Bij je aanstelling zei je meer eigenaarschap te willen creëren in de voedselketen. Wat bedoel je hier precies mee?
“Wat ik erg merk is dat mensen zoiets hebben van, ‘dat kleine verschil dat ik kan maken, wat heeft dat voor zin’? Terwijl wat je koopt of hoe je je gedraagt wel degelijk een effect heeft op de wereld. Dat eigenaarschap, over de verandering die jijzelf teweeg kan brengen, dat wil ik stimuleren. Eigenlijk komt dat eigenaarschap juist nu tijdens deze coronacrisis duidelijk naar voren. Als consument kun je nu direct lokale producenten helpen bijvoorbeeld, zoals met die lokale foodboxen.
Hetzelfde geldt eigenlijk voor bedrijven. Sommige bedrijven zitten in de modus, ‘ja, maar mijn concurrent doet het ook zo’. Maar dat betekent niet dat jij het zo hoeft te doen. Stel je pakt het wel anders aan, gaat bijvoorbeeld duurzamer produceren, dan inspireer je anderen ook. Dat eigenaarschap is dus eigenlijk dat je zelf verantwoordelijk bent voor wat je kunt veranderen.”
De Bie is nu bezig met een project dat jongeren die normaal gesproken in de festivalbranche werken te koppelen aan boeren die kampen met een personeelstekort.
Festivalarbeiders op het platteland? Hoe is dat gegaan?
“Een kennis doet de agrarische opleiding, en zag dat er in de festivalbranche veel jongeren geen werk hebben omdat festivals stilliggen. Toen ontstond het idee om via die kant een stukje arbeidsvraag op te vullen bij de boeren. Zij zien dat seizoensarbeiders uit Polen of Oekraïne nu massaal wegblijven. Ze mogen nog wel de grens over maar blijven toch liever dichter bij huis. De nood is nu bijvoorbeeld heel hoog bij de aspergetelers, waarbij asperges met de hand moeten worden gestoken. Naarmate het seizoen vordert zal er elke keer wel een product zijn wat in de problemen komt.
"Jongeren waren erg enthousiast, vooral iets tastbaars toe te voegen. Als je 1500 appelbomen plant, zie je natuurlijk meteen resultaat"
We zagen het ook als een mooie kans om stad en platteland te verbinden om zo wat betrokkenheid of respect naar elkaar te krijgen. Hoe is het om boer te zijn en te werken op het land? Afgelopen week hebben we een pilotdag gedraaid bij Hans Damen, een fruitteler in Dronten. Met acht mensen hebben we 1500 appelbomen geplant.”
En hoe ging dat?
“Het was natuurlijk superlekker weer, dus dat hielp mee. Het was leuk om fysiek bezig te zijn en daarbij een boer te helpen die daar dankbaar voor is. En om te zien hoe het eraan toe gaat. Tegen wat voor uitdagingen loopt de boer aan? Ik merkte dat de boer het wel gezellig vond dat hij in het Nederlands een praatje met de jongeren kon maken en dat ze oprecht geïnteresseerd waren. De jongeren waren ook erg enthousiast, vooral om lekker aan de gang te kunnen gaan en iets tastbaars toe te voegen. Als je 1500 appelbomen plant zie je natuurlijk meteen resultaat. Dat geeft mij wel vertrouwen in het project. We zijn nu in gesprek met agrarische uitzendbureaus om dit te helpen coördineren.”
Vind je het fijn dat er veel actie is?
“Ja. Je merkt dat er in korte tijd veel meer mogelijk is, dat mensen willen helpen. Dat in één klap zichtbaar wordt hoe belangrijk maar ook kwetsbaar lokale productie is. En ook hoe afhankelijk we zijn van het buitenland, zoals seizoensarbeiders. Dat maakt het veel tastbaarder. Tijdens mijn eerste maanden kwam ik in een heel nieuw netwerk. Was ik vooral veel aan het uitzoeken. Hoe gaat alles, wat is er allemaal. Daar kan je ook wel overwhelmed door raken. Nu zijn we echt doelgericht bezig, wat kan je in je directe omgeving betekenen voor de mensen om je heen? Dat vind ik wel mooi.”
Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd in deze tijd?
“Goede vraag.. Dat je vooral moet doen waar je energie van krijgt, want dan kan je het meeste bereiken. Dat vergat ik soms weleens. En dat je samen moet werken. Ik heb het idee dat we soms teveel op een eilandje blijven zitten, dat deed ik zelf ook teveel. Je hoeft het niet zelf uit te vinden. Doe het samen, dan komt er het meeste uit.
Ik hoop dat vaart die er nu in zit blijft. Veel meer naar dat doen gaan in plaats van praten, praten, praten. Dat we SFYN door deze crisis kunnen slepen en samen de problemen van vandaag kunnen tackelen. Ik hoop dat als ik ooit wegga, er een bruisend netwerk staat dat blijft werken aan een mooie wereld met goed en eerlijk eten.”
(Foto's : Corienne Merkens & Emile Corre & Kester Scholten)
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.