Tekst: Ton van den Born
‘Duurzame bloemkool.’ Daarover gaat een van de projecten van de Amsterdam Green Campus. De vraag is of je strorijke stalmest op de akker kunt laten liggen voor een betere opbrengst van bloemkool. Normaal wordt de mest ondergewerkt.
Maar, aldus Roos van Maanen, sinds anderhalf jaar projectmanager en verantwoordelijk voor dit project, misschien kan het anders. In het project gaat het dan om de vraag wat het betekent voor bodemkwaliteit en biodiversiteit als je de stalmest op de kleigronden laat liggen. Als bloemkooltelers gebruik van kunstmest kunnen verminderen, kan het sluiten van kringlopen in de landbouw makkelijker worden. Dat verwachten de projectpartners.
Vanaf 1 maart draait het project vier jaar op twee akkerbouwbedrijven in Noord-Holland. Met mbo-stages, hbo-lectoren en studenten die dingen gaan uitzoeken. Het idee kwam van boeren in Friesland en Noord-Holland en ook lectoren van VHL (in Leeuwarden) waren betrokken bij de planvorming. De provincie vond het een goed plan. Zodra het kan – ze zijn nu uitgesteld vanwege corona - starten de mbo-stages.
“We willen ook statushouders betrekken in het project”, vertelt Van Maanen. “Mensen die in hun land van oorsprong bijvoorbeeld een laborantenopleiding hebben gedaan. De deelnemende hbo-studenten komen bijvoorbeeld van Toegepaste biologie (hbo) of Plantenteelt (mbo).” Ze kijken onder meer naar de gevolgen voor weidevogels en de effecten op de smaak van de bloemkool.
"We willen statushouders betrekken, mensen die in hun land van oorsprong bijvoorbeeld een laborantenopleiding hebben gedaan"
Transitie naar circulaire economie
De projecten van Amsterdam Green Campus raken aan vijf thema’s: green chemistry, green environment, green genetics, green food en water. Bètarichtingen, maar, legt directeur Niek Persoon uit, steeds vaker worden ook alfa- of gammamensen betrokken, niet alleen een waterexpert, maar ook een jurist of een psycholoog bijvoorbeeld. “En ja, je kunt wel stellen dat de circulaire economie een rode draad is in de projecten. Of beter nog: transitie naar zo’n circulaire economie. Daarom moet het ook breder zijn dan bèta.” Niek Persoon en Roos van Maanen Die samenwerking van onderwijs met onderzoek en ondernemers draait om vragen uit de provincie, van het mkb of de gemeentelijke overheid. “We noemen het co-creatie, waarmee je eigenlijk zegt dat alle projectdeelnemers (aanvrager, uitvoerder, onderwijs) invloed hebben op het resultaat. Het resultaat kan een plan zijn voor de aanpak van een complex probleem bijvoorbeeld, of een product of een advies.” Van Maanen: “Deelnemers van projecten komen bijvoorbeeld met elkaar in contact tijdens het jaarlijkse event, de derde dinsdag in januari. Elk jaar is er een thema zoals het klimaatakkoord of personalized food. Behalve vertegenwoordigers van de vijf onderwijsinstellingen komen er mensen vanuit organisaties, overheden en bedrijfsleven die op zoek zijn naar onderzoek en oplossingen op een bepaald terrein. We helpen ze dan om elkaar te vinden.” Er lopen tientallen projecten op dit moment, klein en groot. Zo is er bijvoorbeeld een project over valorisatie van groente-afval. Hier kunnen volgens de initiatiefnemers van het project echt stappen gezet worden, want er gaan nu veel nutriënten verloren in het hele proces van productie en consumptie van allerlei groentes. “Onderzoekers kijken of je de verliespost voor telers kunt omzetten in een verdienmodel.” “Wij willen onderzoeken of je de reststroom (denk aan broccolistengels en overblijfselen van tomaat, witte kool en paprika) kunt verwerken tot een groentepoeder die als basis kan dienen voor soepen en sauzen. Dat doen we met twee telers. En verder is ook Wageningen University, Aeres (lector Circulair Ondernemen Piet Moonen) en Greenport Noord-Holland betrokken.” Studenten van Inholland zijn bezig met de procestechnologische kant: Hoe kun je de reststromen van de groenten verwerken? En Moonen berekent het economisch verdienmodel. Persoon en Van Maanen beschrijven de projectaanpak. Aan de hand van een vraag vanuit ‘de markt’ wordt gekeken wat studenten kunnen doen. “Er is hier een studentenlab”, zegt Van Maanen. “Daar kunnen ze dingen uitzoeken. Kijk”, legt ze uit, “studenten willen graag ervaren hoe het in het echt gaat, in een real life setting, precies zoals ze er later met hun eigen expertise en op hun eigen niveau gaan functioneren. Ze willen maatschappijgedreven onderzoek doen. Hier kan dat. Er is een ruimte, er is coaching en je kunt samenwerken met andere studenten. Nu kunnen er ongeveer tien studenten terecht, maar we willen dit wel opschalen.” Sowieso wil Amsterdam Green Campus – nu met twee medewerkers en een budget van 230.000 euro waarmee ze projecten met een omzet van enkele miljoenen realiseren - de zaken nog verder opschalen. “We hopen dat het doorgroeit naar vier personen. En dat de projecten een gezamenlijke omzet van vijf tot tien miljoen euro hebben. Niet omdat meer altijd beter is, maar omdat inzet voor een circulaire maatschappij urgent is.” Beeld van de jaarlijkse co-creatiedag met een tafel rondom lector Feike van der Leij (Van Hall Larenstein en Inholland) Foto's: Amsterdam Green Campus Amsterdam Green Campus
Niek Persoon, biologie in Leiden en promotie aan de Erasmus Universiteit, werd in 2016 de eerste directeur. Hij was na jarenlang bedrijfsleven en onderwijsmanagement (Agri Food & Life Sciences) via Hogeschool Inholland in contact gekomen met Michel Haring, hoogleraar Plantenfysiologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en initiatiefnemer voor de Amsterdam Green Campus.
De Amsterdam Green Campus is nu een instituut bij de UvA waarin vijf onderwijsinstellingen samenwerken. Behalve de universiteit zijn dat Aeres Hogeschool, Inholland, Clusius College en Wellantcollege. De Amsterdam Green Campus is dan vooral een platform waar onderzoekers, onderwijsinstellingen en ondernemers elkaar ontmoeten. Waar zij samenwerken aan een goede opleiding van studenten van verschillende opleidingen op verschillende niveaus.
Een Green Campus middenin Amsterdam verbaast wellicht, maar verklaart Persoon, “op de UvA-locatie in Watergraafsmeer zijn de bètaopleidingen van de universiteit geconcentreerd. Volgens Michel Haring was dit een goede plek om voor Noordwest-Nederland een samenwerking van groen mbo, hbo en wo te organiseren.”
Niek Persoon en Roos van Maanen zijn aangesteld binnen het Swammerdam Institute for Life Sciences (SILS), een van de onderzoeksinstituten van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) van de UvA. Van Maanen is ook bioloog (studie in Utrecht en promotie aan de UvA). Ze was betrokken bij de hbo-opleiding Toegepaste Biologie (Aeres) en heeft les gegeven op het mbo.
"Je kunt wel stellen dat de circulaire economie een rode draad is in de projecten, transitie naar zo’n circulaire economie"
Maatschappijgedreven onderzoek
"Studenten willen graag ervaren hoe het in het echt gaat, in een real life setting"
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.