Aeres studenten presenteren plantaardig ijs in de Ecotrophelia-finale

Tekst Ton van den Born
Foto’s Aeres Hogeschool

 Niet alle studenten die Aeres Hogeschool opleidt bij International Food Business zullen later aan productinnovatie werken in een groot levensmiddelenbedrijf, verwacht Cynthia Akkermans, docent bij Aeres. “Maar zo’n wedstrijd als Ecotrophilia spreekt ze wel aan.”

 Dat was ook het geval bij Amy Wezenberg en Bennet Kremerskothen, derdejaars in deze bachelorstudie. Ze bedachten plantaardig ijs op basis van gele erwten in drie smaken, noemden hun product AERT (erwt in het Deens) en wonnen de nationale competitie. Op zondag 24 oktober presenteerden ze online hun product voor de internationale Ecotrophilia-jury.

 Bij voedingsinnovatie kun je je van alles voorstellen. We eten immers al decennialang niet meer standaard vlees, aardappelen en Hollandse groenten. Vanuit de vraag van consumenten naar duurzame producten, gezonde bestandsdelen, exotische smaken en ook vanuit de producenten die met nieuwe teelten komen, nieuwe gewassen en andere productie- en verwerkingstechnologie, is er voortdurend behoefte aan aansprekende ideeën. Voedingsinnovatie vraagt initiatief en creativiteit. Hoe kun je de consument verleiden een nieuwe smaak, structuur of samenstelling te proeven?

Canada   

 Cynthia Akkermans, die levensmiddelentechnologie studeerde in Wageningen en promoveerde op vleesvervangers, coacht de Ecotrophilia-teams bij haar op school. Ze doet dat sinds vier jaar. “Ik kijk welke teams in het 2e of 3e jaar mee zouden kunnen doen.”

 “De studenten vinden het leuk en uitdagend. Ook de geldprijzen vinden ze aantrekkelijk”, vertelt ze. “Bedoeling is dat ze documenten aanleveren over hun productidee, hoe je het maakt en hoe ze het willen vermarkten.”

 Ze vertelt over de studie die Amy en Bennet doen, de Engelstalige bachelor International Food Business. Aeres werkt in deze studie samen met Dalhousie University in Nova Scotia, Canada. “Ze zitten nu ook voor een jaar in Canada. Normaal waren ze wel deze kant uitgekomen als de finale niet online was geweest. Het tweede jaar is hier, het derde jaar is helemaal daar. En in het vierde jaar doen ze minoren waarin ze een eigen richting opgaan.” Sommige studenten gaan later bij een groot foodbedrijf werken, vervolgt ze, en anderen beginnen een eigen onderneming.

 Het zijn creatieve studenten”, zegt Akkermans. Ze coacht ze wel, en de studenten krijgen advies over productontwikkeling, commercialisering en marketing, maar, zegt ze, “ze zoeken heel veel zelf uit.”

Duurzaam en gezond produceren

 Hun gedachte bij dit plantaardig ijs was ook dat het goed moest zijn voor het klimaat. Gele erwten kun je op elk continent telen en je kunt er melk van maken. Maar Amy en Bennet wilden nog een stapje verder: vandaar ijs. In de finale wilden ze naamsbekendheid voor AERT, vertelden ze in een interview in Food Business, en ze hoopten dat investeerders geïnteresseerd zouden raken.

"We eten immers al decennialang niet meer standaard vlees, aardappelen en Hollandse groenten"

 “Amy en Bennet hebben vanuit hun eigen ervaring iets bedacht voor andere veganisten en mensen met noten- of lactose-allergie. Ze vroegen zich af: kunnen we iets voor deze best grote groep mensen maken dat interessant is en lekker? Ze probeerden verschillende recepten uit en uiteindelijk kwamen ze met drie smaken: Au Naturel, Tropical Breeze en Coffeelicious.”

Wat is Ecotrophelia

 Ecotrophelia begon in 2000 in Frankrijk. Sinds 2008 is er een Europese finale. Studenten presenteren daar hun innovatieve voedingsideeën. Gezond, duurzaam geproduceerd en liefst bereikbaar voor elke portemonnee overal, of, met een ander woord: inclusief. De competitie groeide tot corona nog elk jaar. Dit jaar doen er dertien landen mee (in 2018 en 2019 waren dat er zeventien) en net als in 2020 was de Europese finale online.

 Een van de internationale juryleden is Kees de Gooijer van TKI Agri & Food. (Het Topconsortium voor Kennis en Innovatie denkt mee over onderzoek en beleid in de Topsector Agri & Food.) Sinds 2013 organiseert zijn organisatie de voorronde in Nederland. Ook de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), koepelorganisatie en belangenbehartiger, is betrokken. De federatie ondersteunt de studententeams in eigen land met coaches en workshops en stelt ook het (nationale) prijzengeld beschikbaar.

Groen onderwijs goed vertegenwoordigd

 In die voorronde deden dit jaar zeven teams mee, behalve studenten van Aeres, ook van Inholland Hogeschool (Agri Food and Life Sciences) en Maastricht University (Master Health Food Innovation Management). In 2012, nog zonder Nederlandse voorronde, won een team uit Wageningen de hoofdprijs met een vleesvervanger op basis van lupine. In 2018 grepen de Panggies, een team van Hogeschool Van Hall en Larenstein, naast de prijzen van 4.000, 3.000 en 2.000 euro voor goud, zilver en brons, maar ze wonnen wel de communicatieprijs (500 euro).

"Een mooie ervaring rijker"

  Wordt hier de voeding van de toekomst bedacht? Voor een deel wellicht, met alle originele smaakmakers die hier een podium krijgen. Maar Ecotrophelia beoogt vooral ondernemerschap en creativiteit in de Europese voedingssector te stimuleren. Ze bieden wedstrijddeelnemers daartoe ook coaching en workshops aan. Behalve een bijzonder leerzame en leuke tijd voor de studenten, hoopt en verwacht Ecotrophelia uiteindelijk de voedingssector zelf te inspireren.

Amy en Bennet

 Maar hoe liep het nu af voor Amy en Bennet? “De presentatie ging heel goed”, meldt Akkermans, “maar ze hebben helaas niet gewonnen.” Dat deed het Deense team met een vleesvervanger gebaseerd op mycelium, (of zwamvlok van schimmels). “Ze zijn een unieke ervaring rijker. En ze gaan gewoon door met hun product; met verdere ontwikkelen, een bedrijf opzetten en contact zoeken met geïnteresseerde partijen.”