Tekst: Jan Nijman
In september 2018 presenteerde minister Schouten de LNV-visie ‘Waardevol en verbonden’. In plaats van de inzet op efficiënte productie en kostprijsverlaging zouden agrarisch ondernemers in moeten zetten op verlaging van het verbruik van grondstoffen en een zorgvuldig beheer van bodem, water en natuur. Maar voor die omslag moet je de agrarisch ondernemers wel meekrijgen.
Uit een recent verschenen onderzoek van Motivaction blijkt dat veel boeren sceptisch zijn. Ze maken zich zorgen over de economische levensvatbaarheid en praktische realiseerbaarheid. Regelgeving blijkt bovendien belemmerend te werken. Maar pionierende bedrijven laten zien dat het wel kan. Onderzoekers van Wageningen University & Research hebben 250 pionierende bedrijven in kaart gebracht. In het rapport 'Toekomstige voedselproductie' zijn 88 van die ondernemers opgenomen. Zeven bedrijven worden uitgebreid beschreven.
Economische levensvatbaarheid
Maar de overschakeling naar kringlooplandbouw lijkt voor veel agrarisch ondernemers toch nog ver weg. In het voorjaar van 2019 heeft onderzoeksbureau Motivaction daarom in opdracht van het ministerie LNV een 0-meting gedaan naar de ideeën van boeren over kringlooplandbouw. Zie ze het zitten? Zien ze perspectief voor hun bedrijf? Wat hebben ze nodig? Wat zien ze als belemmeringen? Dit voorjaar, in 2020, is dat onderzoek herhaald. Uit dat herhaalonderzoek blijkt dat het merendeel van de agrarische ondernemers, acht op de tien, de Nederlandse voedselproductie toekomstbestendig vindt. Dat is iets meer dan in 2019. Veel ondernemers vinden hun eigen manier van produceren toekomstbestendig omdat ze al veel elementen van kringlooplandbouw toepassen, of omdat ze economisch toekomstbestendig zijn. En maar liefst negen op de tien boeren zegt dat ze wel bekend zijn met de principes van kringlooplandbouw. Het terugdringen van emissies en bijdragen aan het sluiten van kringlopen wordt het vaakst genoemd als kenmerk. Minder positief zijn boeren over de levensvatbaarheid van het idee kringlooplandbouw. In vergelijking met 2019 zijn boeren zelfs wat negatiever geworden over de de economische levensvatbaarheid (20% tegenover 29% in 2019), praktische realiseerbaarheid (29% tegenover 36%) en betere exportkansen (10% tegenover 15%). Als belangrijkste knelpunt wordt door door driekwart van de respondenten de steeds veranderende regelgeving genoemd. Ze willen minder regeldruk, meer vrijheid om doelen te realiseren en meer duidelijkheid van het ministerie. Pionierende kringlooplandbouwboeren
Hoe het wel kan, laten de pionierende kringlooplandbouwboeren zien die de onderzoekers van Wageningen University & Research in beeld hebben gebracht. Er zijn veel innovatieve kringloopbedrijven die op een andere manier voedsel produceren, zo is te lezen in het rapport. Uit een inventarisatie kwamen 250 bedrijven in beeld. Die bedrijven voldoen meestal niet aan het beeld van de gangbare landbouwbedrijven. Het zijn aan de ene kant technologisch hoog ontwikkelde bedrijven die zich bezig houden met bijvoorbeeld vis- en insectenkweek of vertical farming. Aan de andere kant vind je bedrijven die voedsel in een natuurlijke omgeving produceren, zoals het vlees van dieren die in natuurterreinen grazen. Daarnaast heb je nog landbouwbedrijven die aan sociale innovatie doen in de vorm van community-supported agricultere, denk aan pluktuinen of initiatieven voor herenboeren. Hoewel de bedrijven sterk verschillen, zijn ze alle vergelijkbaar in de mate van innovativiteit, aldus de onderzoekers. En ze lopen allemaal tegen innovatiebarrières aan. Zo noemen ze dat regelgeving de ontwikkeling belemmert, bijvoorbeeld bij het gebruik van reststromen. Zo mag je geen insecten of diermeel gebruiken voor veevoer. Boeren zouden meer experimenteerruimte moeten krijgen om ervaring op te doen en het effect te testen. Wat werkt? Wat werkt niet? Op basis daarvan kun je de regelgeving aanpassen. Verdienvermogen
Sommige bedrijven creëren zelf experimenteerruimte door heel weinig dieren te houden zodat ze niet als een veehouderij worden gezien. De ondernemers zeggen in het rapport dat ze willen dat regelgeving consistenter is. Langetermijnbeleid kan meer vertrouwen bieden. Kennisontwikkeling is daarnaast een aandachtspunt dat door de onderzoekers expliciet genoemd wordt. De pionierende ondernemers hebben veel kennisvragen. bijvoorbeeld welk type bodembeheer is wenselijk bij bedrijven die externe inputs terugdringen? Welke gezondheidsrisico’s brengen nieuwe eiwitproducten en het verwaarden van reststromen? En kan het ongewenste negatieve bijeffecten voor het milieu met zich meebrengen wanneer akkerbouw en veehouderij meer gaan samenwerken? Afbeelding Shutterstock De beleving van de transitie naar kringlooplandbouw Rapport communicatieonderzoek (1-meting), rapport Motivaction 2020 De beleving van de transitie naar kringlooplandbouw Rapport communicatieonderzoek (0-meting), rapport Motivaction 2019 Toekomstige voedselproductie : een portret van pionierende boeren die bijdragen aan kringlooplandbouw in Nederland, Wageningen Economic Research 2020
Innovatieve landbouwbedrijven krijgen vaak positieve waardering, maar zien dat financieel niet altijd terug. Het verdienvermogen vormt het kernknelpunt voor veel potentiële ondernemers, aldus de onderzoekers. De pionierende ondernemers zijn er op de een of andere manier in geslaagd dit knelpunt te overwinnen. Dat lukt omdat ze kozen voor alternatieve verdienmodellen in korte keten via bijvoorbeeld boerderijwinkels of abonnementen met leden, diensten aan burgers. Een andere mogelijkheid is het stapelen vergoedingen. En sommige ondernemers redden het omdat ze onderscheidende producten op de markt brengen.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.