Publicatiedatum: 25-02-2025

Tekst: Mirjam Kuggeleijn
Foto’s: Kees Jan Schilstra

Het werkbezoek stond in het teken van het SER-advies Werken aan Veranderkracht en startte bij de Lerende Werkplaats van praktijklocatie Agri Tech Campus in Dronten.
Na een korte introductie van Groenpact, illustreerden twee lectoren van Aeres Hogeschool aan de hand van voorbeelden hoe het werken, leren en innoveren in groene beroepen in de praktijk verandert en hoe zij inspelen op veranderende omstandigheden in bijvoorbeeld het klimaat. “Erg interessant en in zekere zin een samenvatting van het SER-advies”, vond Kim Putters.

Duurzaam Bodembeheer

Lector Duurzaam Bodembeheer Gera van Os gaf uitleg over praktijkgericht onderzoek als belangrijke spil in de kennisinfrastructuur en hoe ze hierbij samenwerkt met studenten, andere onderwijsinstellingen en bedrijfsleven.
Resultaten van onderzoek komen direct in de praktijk terecht. Mooi voorbeeld hiervan was de ontwikkeling van een nieuwe methode om bodemdichtheid te meten. Voor deze innovatieve RhoC sensor is veel belangstelling vanuit het bedrijfsleven in Nederland en internationaal. Tot plezier van de lector (en de aanwezigen) werd deze live - in de Flevo’se klei- gedemonstreerd door docent-onderzoeker Gijs Staats.

Bekijk de presentatie Van Gera van Os

Precisielandbouw

Lector Precisielandbouw & Smart Farming Corné Kocks legde uit hoe hij bij zijn lectoraat inspeelt op de vier hoofdaanbevelingen uit het SER-advies. Onder meer door de samenwerking vmbo-mbo-hbo-wo op de AgriTechCampus en andere instellingen en bedrijven. Jeroen Wolters, alumnus Agrotechniek & Management liet een prototype van een aardappelselectierobot zien: een arbeidsbesparende machine, die in staat is zieke aardappelen te detecteren. Om die machine te ontwikkelen werken onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven nauw met elkaar samen. Wolters heeft samen met zijn compagnons een bedrijf dat als doel heeft om precisielandbouw laagdrempelig en toegankelijk te maken voor agrarisch ondernemers.

Bekijk de presentatie van Corné Kocks

Jongerenplatform

Daarna verplaatste het gezelschap zich naar het gebouw van de hogeschool in Dronten voor de lunch en het afsluitende panelgesprek. Tijdens de lunch maakten Kim Putters en Jan-Kees Goet kennis met het Groenpact Jongerenplatform.

Beiden waren onder de indruk van het depolarisatietraject dat deze diverse groep jongeren heeft doorlopen. Ook kregen ze een sneak preview van het rapport ‘Tussen stad en stal’ en de daarbij horende serious game, die binnenkort wordt gelanceerd. “Het lijkt me een goed idee om dit spel te spelen met onze sociale partners”, opperde Putters.

"Hoe versnellen we de veranderkracht van Groenpact in de 4e fase?"

Meer aandacht voor de menskant

Er gebeurt al veel, maar hoe versnellen we de veranderkracht van Groenpact in de 4e fase? Die vraag stond onder meer centraal tijdens het panelgesprek onder leiding van Bastiaan Pellikaan (voorzitter College van Bestuur Aeres Groep).
Naast Kim Putters, Jan-Kees Goet en Geert Koskamp schoven ook Diana Eleveld (LTO), Jeroen Warnaar (Colland Arbeidsmarkt), Carolien Kroeze (Wageningen University & Research), Erna Daling (DCTerra), Leo van Beekum (FNV), Toon van Dijk (Provincie Flevoland), Katrien Termeer (kroonlid SER) en Douwe Snoek (Koninklijke VHG) aan.

Kim Putters opende het gesprek met een pleidooi voor meer aandacht voor de menskant van transities: “We hebben vanmorgen gezien dat het uiteindelijk de mensen zijn, die alle veranderingen moeten dragen en vormgeven. Het gaat om de toekomst van families, ondernemers, werkenden en gemeenschappen. De kracht van de mensfactor wordt vaak onderschat. Er moet meer aandacht zijn voor wat bedrijven en werkenden echt nodig hebben om veranderingen mee vorm te geven. Dat is ook een van onze belangrijkste adviezen in Werken aan Veranderkracht.”

“Wat hebben bedrijven echt nodig, hoe kunnen we ondernemers en werkenden goed toerusten op alle veranderingen die gaande zijn?”, was dan ook de eerste vraag van Bastiaan Pellikaan, die hij stelde aan Diana Eleveld van LTO. “Leven lang ontwikkelen en arbeidsbesparende technologie gaan helpen”, antwoordde ze. Eleveld benadrukte dat er daarbij vooral oog moet zijn voor medewerkers die minder affiniteit hebben met leren. Leo van Beekum (FNV) beaamde dat: “Er moet aandacht zijn voor minder studentikoze werknemers en de noodzaak om meer praktisch op te leiden.”

"Wat hebben bedrijven en werknemers nodig?"

Veel werkenden in het groen gaan niet graag terug naar de schoolbanken en er is sprake van een mismatch in het Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Dit beeld werd herkend door de provincie en door beide vakbonden. Jeroen Warnaar (van CNV en Colland Arbeidsmarkt): “Het gaat nu heel veel over de boeren die worden uitgekocht, maar het zou eigenlijk óók moeten gaan over hun werknemers.” Erna Daling (DCTerra) vulde aan: “We moeten het gat tussen onderwijs en praktijk verkleinen, deze twee werelden moeten veel dichter bij elkaar komen.” Eén van de aanwezigen noemde als voorbeeld de vereniging voor hoveniers en groenvoorzieners VHG. Daar zetten ze kleine praktische stappen in opleidingstrajecten voor hoveniers, waarmee uiteindelijk grote resultaten worden geboekt.

Vooruitgang boeken

Jan-Kees Goet ging in op de brede opgaven, die zich uitstrekken over meerdere ministeries. “De opdracht voor het SER-advies is gegeven door LVVN en IenW, maar het hadden net zo goed meer ministeries kunnen zijn. De grote opgaven komen allemaal samen in onze leefomgeving en iedereen heeft daar belangen. Kijk bijvoorbeeld ook naar de verschillende gebiedsprojecten, daar speelt dat ook.”

“Hoe gaan we de toekomst in?”, vroeg Pellikaan aan Carolien Kroeze van Wageningen University & Research. Zij hoopte vooral dat het lange termijn perspectief niet uit het oog wordt verloren: een toekomstbestendige wereld voor mens, plant en dier. “Wij leiden de nieuwe generatie ‘verschilmakers’ op. De meisjes en jongens die de transities vormgeven. Het gaat om hun toekomst.”

Katrien Termeer (SER) refereerde aan de zeven transitiepaden die de SER eerder heeft benoemd in de verkenning Naar duurzame perspectieven voor de landbouw (2021): “Belangrijk is om te beseffen dat er niet één transitiepad is, maar dat er meerdere mogelijkheden zijn. Die bovendien ook nog allemaal kunnen veranderen. Het gaat er niet om welk pad er wordt gekozen, maar vooral dat er vooruitgang wordt geboekt, dat er snelheid wordt gemaakt en dat de beweging groter wordt. Dat het niet blijft bij een paar koplopers.”

Vijf transitiepaden en twee alternatieve opties

1. Hightech gesloten: hoogproductieve en kennisintensieve systemen waarin (vanwege gesloten systemen als kassen of stallen) de omgeving betrekkelijk goed is te controleren.
2. Hightech open: inzet van precisietechnieken, veredeling et cetera zijn nodig om emissies in de open lucht te kunnen controleren.
3. Biologisch: biologische landbouw, die binnen duurzame grenzen blijft door een andere (biologische) wijze van produceren.
4. Multifunctioneel: verbinding van land- en tuinbouw met andere sectoren als zorg, recreatie of educatie.
5. Natuur en landschap: beheer van natuur staat (mede) centraal, vaak in combinatie met extensivering.
6. Basispad: geleidelijke aanpassing richting duurzaamheid.
7. Stoppen: stoppen is geen transitiepad, maar een realiteit. Een goede stoppersregeling kan uitkomst bieden voor wie niet mee kan of wil, en tegelijk ruimte bieden aan wie blijft.

Lees het hele SER-advies Werken aan Veranderkracht

"Je kunt als sectoren al heel veel doen"

Naar aanleiding van de vraag om langjarige zekerheid in beleid, gaf SG Goet de toehoorders mee dat je niet moet wachten op die zekerheid, maar dat je - met elkaar, zoals in Groenpact - aan de slag moet én kan. ‘Je kunt als sectoren – bedrijfsleven, onderwijs en overheid - al heel veel doen op het vlak van een toekomstbestendig voedselsysteem, een robuuste natuur en een vitaal platteland. En het bewijs is zichtbaar, want er gebeurt al heel veel en daar mogen we trots op zijn!’: aldus Jan-Kees Goet.

Polarisatie van alle tijden

Bastiaan Pellikaan memoreerde een rapport van de Landbouwraad, uit 1956. Ook toen al waren er grote tegenstellingen tussen stad en platteland, en polarisatie. Is er dan niets veranderd?
Toch wel, stelde Putters: “We hebben nu te maken met klimaatverandering. Dat het duurzamer moet is geen vraag meer, maar een feit.” Douwe Snoek (VHG): “Precies, er is nu veel meer urgentie. En we kunnen het niet alleen, we moeten hierin samenwerken. Groenpact leent zich hier perfect voor.”

"Er is nu meer urgentie"

SG Jan-Kees Goet sloot het panelgesprek persoonlijk af. Zijn zoon start binnenkort aan het mbo-groen en gaat op voor het trekker-rijbewijs. Verzoek van thuis: graag een paar foto’s van ‘dikke trekkers’. Dat kwam goed.

“Hij is super enthousiast om op het mbo-groen aan de slag te gaan en ik vind het een voorrecht dat ik de praktijk nu in mijn directe omgeving heb. Want daar doen we het uiteindelijk voor: de werknemers en werkgevers in het groene domein, nu en in de toekomst. De aanbevelingen van de SER sluiten heel goed aan bij ons grote netwerk, in de polder en wereldwijd. We hebben Groenpact, de Kennis en Innovatieagenda (KIA) Landbouw, Water, Voedsel en tal van andere samenwerkingen. Met Groenpact 4.0 bouwen we voort op wat we al bereikt hebben. De aanbevelingen van het SER rapport sluiten daar goed op aan. Het advies is een aanmoediging om met elkaar een volgende stap te zetten en samen het verschil te maken.”

Meer lezen?

Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.

Meer lezen?

Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.

Terug naar boven