Tekst: Ton van den Born
Foto’s: Shutterstock
Dit artikel is, naast de geïnterviewden, tot stand gekomen met de inbreng van Cor Duim (Praktijkcluster Dier van CIV Groen) en Marko Ruis (onderzoeker en lector dierenwelzijn bij Hogeschool Van Hall Larenstein en Wageningen University)
Dierwaardige veehouderij betekent dat je het houderijsysteem aanpast aan de behoeften van landbouwhuisdieren. Dat zijn zo’n 120 miljoen dieren in Nederland. De Raad voor Dierenaangelegenheden, RDA, formuleerde in 2021 in antwoord op een vraag van het ministerie voor zo’n dierwaardige veehouderij.
De Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) heeft zes leidende principes geformuleerd voor een dierwaardige veehouderij. Deze zijn beschreven in de zienswijze Dierwaardige Veehouderij, opgesteld op verzoek van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Een stukje geschiedenis
De zes leidende principes van nu gaan veel verder dan wat eens het fundament voor dierenwelzijn was, namelijk ‘Brambell’. De commissie Brambell formuleerde in 1965 in het Verenigd Koninkrijk vijf ‘vrijheden’ voor dierenwelzijn. Dieren moesten kunnen staan, liggen, omdraaien, zich kunnen verzorgen en hun ledematen kunnen strekken. Heel beperkt.
Zo’n 30 jaar later werkte de Britse Farm Animal Welfare Council (FAWC) dit uit. Landbouwhuisdieren moesten vrij zijn van honger, dorst en ondervoeding, van fysiek ongerief, van pijn, verwonding en ziektes, van angst en stress en ze moesten vrij zijn om natuurlijk gedrag te vertonen. Langzamerhand is de aandacht verschoven naar dat laatste punt.
"Het gaat over erkenning van de intrinsieke waarde van dieren en respect voor de integriteit van dieren"
In de zienswijze voor dierwaardigheid gaat de RDA nu uit van het waarborgen van het positieve in plaats van het voorkomen van het negatieve, zoals FAWC deed. Het gaat over erkenning van de intrinsieke waarde van dieren en respect voor de integriteit van dieren. Geen (onnodige) fysieke ingrepen zoals staarten couperen, onthoornen of snavels behandelen. Verder moeten wat de RDA betreft de basisbehoeften gegarandeerd zijn: goede voeding, goede omgeving, goede gezondheid. Het punt van natuurlijk gedrag is een vijfde principe en ten slotte moet het dier een emotionele toestand kunnen bereiken die het als overwegend positief ervaart.
Herziening Wet dieren
Ongeveer tegelijkertijd met formulering van deze RDA-zienswijze over dierwaardige veehouderij besprak de Tweede Kamer een herziening van de Wet dieren. In een amendement (van PvdD-Kamerlid Vestering) werd bepaald ‘dat dieren niet meer aangepast mogen worden aan het huisvestingssysteem’; dat zij bijvoorbeeld niet meer in kleine hokken mogen worden gehouden. En dat het houden van dieren in een bepaald systeem of huisvesting niet mag lijden tot pijn, letsel of andere aantasting van gezondheid en welzijn. De gelijktijdigheid was toeval, maar besloten werd toen om de zienswijze als basis te nemen voor een eventuele aanpassing in die wet op dit punt.
De herziening van de wet als die in werking treedt (streven is juli 2024), moet handvatten bieden waarop gehandhaafd kan worden. Dus met een concrete uitwerking van wat dergelijke richtlijnen over dierenwelzijn en dierwaardigheid inhouden. Eerst voor landbouwhuisdieren en later voor andere dieren zoals huisdieren en wild.
“Welzijn van dieren centraal stellen hoeft misschien niet zo ingewikkeld te zijn, maar je hebt nog veel andere overwegingen die de praktische uitvoerbaarheid zeer complex kunnen maken”, zegt Jasper Heerkens. Hij is onderzoeker bij het lectoraat Duurzame pluimveehouderij in een circulaire bedrijfsvoering en docent bij Aeres Hogeschool Dronten. “Denk aan de stikstofkwestie, voedselzekerheid, verdienmodellen van de boer, de internationale handel en een gelijk speelveld voor verschillende bedrijven.”
Amendement op wet dieren in 2023
Dat het complex is, bleek bijvoorbeeld in december 2023. De Tweede Kamer had zich in de aanloop naar de Wet dieren met aannemen van het amendement weliswaar uitgesproken werk te maken van de aanpassing van het veehouderijsysteem aan de behoeften van landbouwhuisdieren. Wat zou kunnen betekenen dat de veehouderij zich moet aanpassen. Maar de minister van Landbouw Adema ging niet achter het amendement staan. Hij wilde liever afspraken maken met de sector voor een alternatief op het aangenomen amendement. Er moest een convenant dierwaardige veehouderij komen.
Een motie van D66-Kamerlid De Groot, die voorstelde dat de agrarische opleidingen dan bij die gesprekken zouden aansluiten, werd aangenomen. Maar uiteindelijk werd dat niet gerealiseerd en een alternatief voor het amendement is er ook nog niet gekomen.
Vanuit het dier
Terug naar het onderwijs. Naar Elise Gieling, programmamanager ontwikkeling en innovatie op het bestuursbureau van Aeres in Ede. Vanuit die positie speelt ze een rol bij agenderen van actuele thema’s waarvan Aeres zegt: daar willen we iets mee. Zoals dierenwelzijn en dierwaardige veehouderij. Ze is gepromoveerd op onderzoek naar gedrag en leervermogen bij varkens. Ik sprak haar voordat het debat met de sector over het convenant in december 2023 stilviel.
Volgens haar is ook onderwijs veel opgeschoven in het debat over dierenwelzijn. “Nu is de gedachte dat we redeneren vanuit het dier.” Met bijvoorbeeld gevolgen voor de vraag hoe je een kippen- of koeienstal inricht. Onderwijs, vindt ze, moet studenten voorbereiden op die veranderingen “zodat ze als toekomstige professionals huisvesting vanuit de nieuwste inzichten kunnen inrichten en daarover de juiste adviezen kunnen geven.”
Aeres is op verschillende manieren (organisatie van events, in onderwijs, en in onderzoek binnen lectoraten en practoraten) met dit thema bezig. Hogeschool van Hall Larenstein heeft per 1 februari een nieuw lectoraat Dier & Omgeving. Het lectoraat streeft naar dierwaardige dierhouderij met aandacht voor welzijn van mensen en dieren.
Begrip voor perspectieven
“Het zijn schurende onderwerpen”, zegt Heerkens. Hij verdiepte zich in betere stalvormen voor pluimvee en wil daarin verschillende partijen bij elkaar brengen. Waar zit die schuring dan? “Hoewel ook boeren liever gezonde en blije koeien, kippen of varkens hebben, zijn deze dieren voor hen uiteindelijk ook een verdienmodel.”
Het schuurt dan op groene scholen omdat veel studenten en ook docenten, vaak afkomstig uit de primaire sector, vinden dat we het al zo goed doen op het gebied van dierenwelzijn. Is het nog niet genoeg? “Maar vanuit het onderwijs grijpen veel docenten en studenten terug op Brambell. Terwijl de positieve benadering (zoals geformuleerd door RDA) nu de basis zal vormen van de toekomstige veehouderij.” En dus ook het onderwijs.
"Boeren willen graag gezonde en blije koeien, kippen of varkens, maar de dieren zijn voor hen uiteindelijk ook een verdienmodel"
Wat betekent dat? Een thema’s in dierwaardige veehouderij is bijvoorbeeld de kalf bij de koe. Verder gaat het bij landbouwhuisdieren over meer leef- en bewegingsruimte met meer mogelijkheden tot natuurlijk gedrag zoals fourageergedrag, sociaal- en spelgedrag, nestelgedrag en paar- en zooggedrag. Maar ook aandacht voor stalklimaat, daglicht, uitloop naar buiten en onbeperkte toegang tot voer en water.
Kennis belangrijk
Kennis is belangrijk, voor de wetenschappelijke onderbouwing van het verhaal. Als er dan aanpassingen nodig zijn in passende huisvesting of gezonde voeding, komt praktijkgericht onderwijs (vmbo, mbo, hbo) in beeld. In de praktijk uitzoeken wat werkt, samen met studenten. De kennis is van grote waarde voor zowel de sector als het onderwijs.
Dierenwelzijnsweb
Op Dierenwelzijnsweb van Groen Kennisnet vind je actuele informatie over dierenwelzijn en vind je per onderwijsniveau een overzicht van beschikbare cursussen en ander leermateriaal op het gebied van dierenwelzijn.
Lees meerBelangrijk thema voor onderwijs
In de praktijk blijft is het soms een lastige keuze tussen dierenwelzijn en efficiënt boeren. Dat maakt het juist tot een heel belangrijk thema voor het onderwijs, vinden Gieling en Heerkens. Volgens de RDA is de veehouderij immers alleen toekomstbestendig als deze ook dierwaardig is. “Jonge mensen perspectief bieden kan alleen als we veel aandacht geven aan schurende onderwerpen zoals dit. Anders moffel je een deel van de elementen die dat perspectief bepalen weg.”
“Onderwijs moet agrarisch ondernemers van de toekomst voorbereiden op spanningsvelden in de toekomst”, vervolgt Gieling. “En als student moet je je visie kunnen vormen op basis van evidence based informatie en ook open staan voor andere perspectieven. Die vaardigheden hopen wij ze in het onderwijs mee te geven.”
Meer lezen:
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.