Dit artikel verscheen eerder op Foodlog
Tekst: Cécile Janssen
Foto's: Lieke Vermeulen
Daar ging flink wat voorwerk aan vooraf, vertellen Maria Geuze (28), directeur van het Slow Food Young Network (SFYN) en programmamanager van het Groen Pact Jongeren Platform (GPJP) en Roy Meijer (31), voorzitter van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK).
Stad belde land
Jongeren uit de stad en jongeren van het platteland hebben verschillende levensbeelden en lezen ander nieuws. Ze zitten in hun eigen bubbels en komen daar niet gemakkelijk uit. Hen 'gewoon bij elkaar zetten' werkt niet om hun werelden tot elkaar te brengen en vergelijkbaar te maken. Je moet elkaar echt, als persoon, leren kennen, vertrouwen opbouwen en daar vooral de tijd voor nemen, weten inmiddels Meijer en Geuze. Het initiatief moest van de stad komen. Geuze pakte de telefoon en belde Meijer.
"Je probeert een ander niet eens te begrijpen, als je vindt dat je gelijk hebt"
'Elkaars nieren proeven'
"Op papier waren we al een platform," zegt Maria Geuze, "maar het heeft wel een jaar gekost voor we echt met alle zes organisaties, van verschillende groottes en met verschillende belangen, aan tafel zaten en evenementen konden opzetten. Er was flink wat relatiemanagement nodig voordat we het konden hebben over 'wie zijn we nou' en 'wat speelt er bij ieder van ons', om dat vervolgens gestructureerd samen en verder te kunnen brengen." Vooral Roy Meijer uitte de nodige scepsis: "Hoe krijg je een heel praktische organisatie die 8.000 jonge boeren vertegenwoordigt in gesprek met andere jongerenorganisaties die er een 'idyllischer' wereldbeeld op nahouden en voor wie het platteland vooral ver van hun bed is?"
Toch stapte Meijer in. "Uit de onderhandelingen rond het Landbouwakkoord [waar Meijer namens NAJK ook aan tafel zat, CJ] heb ik geleerd dat 'therapiesessies' werken. Je moet echt 'heen en weer praten', over alles, elkaars nieren proeven, weten wat iemand drijft en wat achter ieders handelen zit. Een gesprek tussen heel verschillende mensen leidt tot niets praktisch, als je niet weet dat je elkaar kunt vertrouwen."
En dus begonnen Geuze en Meijer, de voorzitters van de twee ledenorganisaties in de groep, met elkaar te praten. Over de telefoon, daarna bij elkaar op bezoek. Uit de eerste klik ontstond een sterk contact. Met de steun vanuit Groenpact (zie het kader onder de tekst) schoven ze aan tafel met de verschillende jongerenorganisaties en kwamen erachter hoe die in de wereld staan. Ze gingen evenementen organiseren om elkaar te ontmoeten en zetten een agenda op. Zo ontstonden persoonlijke verhoudingen en relaties, waarop door te pakken viel.
Jongeren hebben dezelfde zorgen
Dat ging niet zonder vallen of opstaan. Zo bleek kort voor een vergadering die zou plaatsvinden in een ruimte boven de stal. Dat moest wel een grapje zijn, dacht één van de stadse deelnemers, die bij het uit de auto stappen terugschrok voor de stank. Meijer: "Het frame dat over ons bleek te spelen was dat jonge boeren alleen maar geld willen verdienen. Andersom frameden wij de andere organisaties als 'die rammen we van ons erf af, dus wat heeft het voor zin om met dromers te praten als ze niet uit hun droom willen stappen'."
In de gesprekken met elkaar kwamen de vertegenwoordigers van de verschillende organisaties tot de ontdekking dat ze een grote gemene deler delen: "We hebben allemaal onze ziel laten zien," zegt Meijer. "We zijn allemaal jonge mensen die zich druk maken over voedsel, het platteland en het milieu, met dezelfde drijfveren. Wij als NAJK zitten daar nuchter en praktisch in, maar zelfs als van die andere kant best veel 'gewauwel' komt, kan dat wel inspireren tot ideeën." Geuze reageert bijna in unisono: "We kwamen tot de ontdekking dat leren van elkaar uitstekend kan zonder dat je meteen moet onderhandelen. Je bent tegenwoordig óf links, óf rechts. Je eet vlees óf je eet geen vlees. In zo'n gepolariseerde wereld is het niet meer normaal dat je als organisaties uit eigener beweging elkaar opzoekt om gewoon te praten over hoe we hetzelfde kijken en hoe we anders kijken." Dat is een totaal andere insteek dan bijvoorbeeld organisaties als Extinction Rebellion of MOB, aldus Meijer. "Je probeert een ander niet eens te begrijpen, als je vindt dat je gelijk hebt."
In het perspectief van beweging is er altijd tijd
"Wat ik geleerd heb van het Jongerenplatform," vervolgt Meijer, "is dat jonge mensen het in zich hebben om van hun dogmatiek af te stappen. Als je dat niet kunt, wordt de wereld heel eng, en is er nooit tijd." Het tegenovergestelde van dogmatiek is beweging, iets waar mensen bang voor zijn. In een beweging moeten we immers onze ankerpunten loslaten.
"We zijn allemaal jonge mensen die zich druk maken over voedsel, het platteland en het milieu"
Maar in het perspectief van beweging is er juist altijd tijd. Beweging is tijdloos, benadrukken de twee gesprekspartners. Geuze: "Iedereen wil bewegen en doet dat vanuit de eigen bubbel. Dat betekent ook dat het nieuwe normaal voor niemand het perfecte plaatje gaat zijn. Iedereen moet leren dat je iets moet loslaten om het toekomstplaatje te realiseren in de gezamenlijke beweging."
Voor beiden geldt dat de uitdaging is om de respectievelijke achterbannen mee te krijgen in die nu ontstane beweging. Daar is tijd voor nodig, tijd om stil te staan, om je te blijven bevragen en om te blijven leren. "Alleen is altijd sneller dan samen," zegt Geuze. "In tijd is onze aanpak misschien 10 stappen achteruit, maar straks zetten we er wel 30 vooruit. Onze samenleving moet kracht en vertrouwen krijgen van samenwerkingsinstituten."
Meijer trekt nogmaals de vergelijking met het Landbouwakkoord. "Er moet een sfeer zijn waarin je probeert elkaar te begrijpen voordat je iets gaat vinden. Onderhandelen is een verkeerd uitgangspunt. Doordat we samen aan tafel zaten, konden we schuiven, dat is een vorm van zo'n beweging. Het is jammer dat het Landbouwakkoord niet gelukt is, want we hadden een visie, ontwikkeling en overlegstructuur. Die filosofie werkt ook bij het Groenpact Jongerenplatform, juist met jonge mensen. We moeten samenwerken, met de overheid, met bedrijven en de wereld om ons heen. Anders komen we er gewoon niet."
En dus werd er tijd gemaakt om helder te krijgen hoe de structuren bij de organisaties in elkaar zitten zodat de kernboodschap doorgegeven kan worden. Geuze: "We gingen gewoon met elkaar in gesprek over 'wat wil je meegeven aan de nieuwe lichting'. Keer op keer bleek dat je nooit uitgepraat bent. Je bent nooit uitgedacht."
Alleen op die manier kan die beweging immers vaste voet aan de grond krijgen bij de respectievelijke achterbannen. Juist de oud-leden van het GPJP kunnen 'het spiergeheugen' in die beweging trainen. "Als ik de uitstraling heb naar mijn organisatie 'hier zijn we als beweging, let's go!', dan ontstaat er een veilige omgeving," zegt Meijer. "De andere jongerenorganisaties stralen dat ook uit. We laten zien dat we met elkaar spreken. Hun achterbannen weten nu ook dat jonge boeren wel dezelfde belangen hebben maar dat wat zij willen niet gaat als wij er als boeren ook geld mee kunnen verdienen. Daar kijken niet-boeren veel en veel te gemakkelijk langs. Zonder verdienmodel kun je alles van me vragen, maar kan ik niks."
Groenpact Jongerenplatform
Met Maria Geuze en Malou van der Burgt als 'aanjager' van het Groenpact Jongerenplatform zetten de verschillende organisaties stappen om elkaar beter te leren kennen, door letterlijk aan elkaar te snuffelen, bij elkaar op bezoek te gaan en samen te ontdekken waar ze mee willen geven aan de wereld om hen heen. De gemene deler is de voedsel- en landbouwsector, waarin ze allemaal actief zijn, maar vanuit zeer verschillende rollen: van student tot boer en activist. Het Groenpact Jongerenplatform verenigt de vertegenwoordigers van de jonge generatie in het voedsel- en landbouwlandschap.
Een eerste resultaat van het Jongerenplatform is de Voedselbrief, die eind vorig jaar aan demissionair minister Piet Adema van LNV werd aangeboden.
Lees meer over het Groenpact JongerenplatformProces
Beide gesprekspartners geven aan trots te zijn op het Jongerenplatform, en vooral over het proces dat ze samen hebben kunnen neerzetten. "Wat wij te bieden hebben is het proces van samen leren nadenken, praten en verbinden," aldus Geuze. "Wij vinden het als samenleving heel moeilijk om te gaan met verschillen. Door die verschillen op te zoeken, de leefwerelden met elkaar te confronteren en de frames zelfs uit te vergroten, weten we echt de verbinding te maken. Zodat je ook als je in een hoek geduwd wordt, over je eigen schaduw heen kunt stappen."
Meijer heeft het laatste woord. "Het product van het Groenpact Jongerenplatform is niet 'zo moet het', maar het startpunt 'zo gaan we met elkaar om'. De kracht zit 'm in dat we niet allemaal anders moeten gaan doen of denken, maar dat we anders met elkaar om gaan, de verbinding zoeken. Dan komen we verder." En dus gaat hij binnenkort toch een keertje op 'havermelksafari'. Waar de stadse jongeren al naar het platteland kwamen, gaat hij naar Amsterdam om daar ondergedompeld te worden in de voor hem wezensvreemde bubbel van de havermelk-elite.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.