Tekst: Ton van den Born
Foto's: Ton van den Born en Edith Diepeveen
Voor Arjen Werkman van BoerenNatuur, die met haar leden het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) in Nederland organiseert, zijn er goede redenen om naar de onderwijsdag over natuurinclusieve landbouw te komen. “In dat onderwijs zitten de boeren van de toekomst. Natuurinclusieve landbouw begint met kennis over hoe je het kunt toepassen op je bedrijf.” Arjen is een van de deelnemers op de vijfde landelijke onderwijsdag, 28 november bij Omnia op de Wageningse campus.
Arjen Werkman
Dagvoorzitter Ger van Laak herinnert bij de start van de dag de bezoekers, ruim honderd mensen die vooral van groene scholen komen, aan de basis. Dat is de Green Deal waar 27 organisaties uit het groene onderwijs zich een aantal jaren geleden aan hebben verbonden: natuurinclusieve landbouw verder integreren in groen onderwijs.
Lees meerNatuurinclusieve landbouw, een term die in 2014 voor het eerst werd gebruikt in de natuurvisie van de regering toen, is iets anders dan agrarisch natuurbeheer. Biodiversiteit staat meer centraal en ecologie vormt de basis. Het idee is dat de natuur een deel van het werk doet om teelt mogelijk te maken. Met een biodiverse bodem, waardplanten voor natuurlijke plaagbestrijders en bestuivers en kruidenrijk grasland bijvoorbeeld.
Integratie van deze aanpak in onderwijs kan met kwalificatiedossiers, lespakketten of games, of door elkaar als onderwijs te helpen en te informeren. Zo’n onderwijsdag met werksessies in groepjes, lezingen en netwerkkansen is daar een ideale plek voor.
Werksessie
Change agents
Anja Kuipers, opleidingsdirecteur van de Wageningse plantopleidingen, is de eerste spreker. Ze vertelt hoe plant sciences aan natuurinclusiviteit werken. Er is bijvoorbeeld net een nieuwe BSc-minor over veerkrachtige teelt in een veranderend klimaat gelanceerd. En in 2025 gaan studenten van mbo, hbo en wo zich in een zogenaamde hackaton gezamenlijk verdiepen in de aanpak van een toekomstbestendige landbouw.
Anja Kuipers
"We zien de laatste jaren bij plant sciences een verschuiving naar een ecologisch perspectief”, zegt ze. Die verschuiving van economie naar ecologie is er niet alleen bij de plantwetenschappen. Er is groeiend besef dat op termijn de economie schade ondervindt als je ecologische grenzen veronachtzaamt, bijvoorbeeld vanwege voortgaand biodiversiteitsverlies.
"Biodiversiteit en obesitas zijn met elkaar gecorreleerd"
Agronoom Dirk van Apeldoorn, de collega van hoogleraar Plantenecologie en Natuurbehoud Liesje Mommers die vandaag een lezing zou doen, gaat een stapje verder. “Ons voedselsysteem steekt de planeet in de fik”, zegt hij. Met name omdat dat systeem zoals het nu georganiseerd is, zwaar bijdraagt aan uitstoot van broeikasgassen en klimaatverandering. “Geen fijn verhaal”, vervolgt hij.
Het voedselsysteem schaadt bovendien niet alleen de planeet, maar ook onze gezondheid. “Biodiversiteit en obesitas zijn met elkaar gecorreleerd”, zegt Van Apeldoorn. Bijvoorbeeld omdat er met verlies aan biodiversiteit minder voedseldiversiteit ontstaat en er meer bewerkte producten komen. Of omdat de natuurlijke omgeving achteruit gaat met gevolgen voor bewegen en gezondheid.
Dirk van Apeldoorn
“Hoe kunnen we dat negatieve verhaal doorbreken?” Hij spreekt over change agents zoals meer diversiteit in landbouwsystemen. Denk aan kleinere percelen en strokenteelt. Een andere aanpak is lokaal verbondenheid creëren, een grotere band tussen producenten, landschap, burgers en consumenten. Verder kun je met kinderen op school een biodiversity challenge organiseren. Wie vindt de meeste soorten planten en dieren? Andere change agents vind je in een ander dieet en een andere vorm van financiering. Zoals betaling voor ecosysteemdiensten.
Mogelijkheden genoeg, denkt hij. “De vraag is dan: waar voel jij je verantwoordelijk voor? Wat heb je nodig om het systeem te doen kantelen?”
Handelingsperspectief
Petra van Egmond van het ministerie van LVVN belicht de aandacht voor natuurinclusieve landbouw vanuit de overheid. Het blijft op de agenda, zegt ze. Dat is ook nodig, want er liggen opgaves zoals Natura2000, de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) en de Kaderrichtlijn Water (KRW). De aanpak van mest en stikstof heeft misschien vertraging opgelopen, maar staat niet in de ijskast.
"Wat heb je nodig om het systeem te doen kantelen?"
Landbouwminister Wiersma zegt dan dat het voor boeren allemaal wel ‘haalbaar’ moet zijn. En Van Egmond heeft het over het handelingsperspectief voor boeren. Met andere woorden, wat kunnen ze doen aan natuurinclusieve landbouw zonder dat hun bedrijfsinkomen inzakt? Ze hebben dan niet alleen kennis en draagvlak nodig, netwerken die elkaar ondersteunen en zicht op wat er mogelijk is, maar ook financiële steun. Bijvoorbeeld uit het budget van 500 miljoen euro per jaar dat het kabinet vanaf 2026 voor agrarisch natuurbeheer reserveert.
Jaring Brunia
Het verhaal van Jaring Brunia, regeneratief melkveehouder, sluit aan op dat handelingsperspectief. “In mijn optiek begint het allemaal tussen de oren”, zegt hij. En het idee dat een goed bedrijf niet zozeer een bedrijf is met maximale winst, maar een bedrijf waar een boer blij van wordt. Geen kunstmest, wel veel weidevogels. Als je het dan slim aanpakt, bijvoorbeeld rekening houdt met beweiding op het moment van maximale grasgroei, zijn er genoeg kansen.
"Niet zozeer een bedrijf met maximale winst, maar een bedrijf waar een boer blij van wordt"
BoerenNatuur
Arjen Werkman, adviseur bij BoerenNatuur, verzorgt een van de werksessies. Hij vertelt over de aanpak van Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) in de praktijk. Wat betekent het voor de bedrijfsvoering van de boer? “Onze deelnemers zijn heel gemotiveerd”, zegt hij.
BoerenNatuur is de landelijke vereniging van 40 regionale collectieven die samen met zo’n 12.000 deelnemers – vooral boeren – het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) in Nederland uitvoeren. Dat houdt onder meer in dat ze de collectieve aanpak van natuurinclusieve landbouw uitdragen, voor leden toegang tot kennis regelen en zorgen dat de randvoorwaarden voor succesvol ANLb op orde zijn.
Gameworkshop
Die randvoorwaarden, zegt Werkman, zijn onder meer goede vergoedingen en contracten van 20 jaar. Maar subsidie is niet alles, vindt Werkman, kennis telt ook mee. “Je ziet dat mensen die er meer vanaf weten enthousiast worden. Enthousiasme kun je niet van bovenaf opleggen. Deelnemers praten met elkaar over maatregelen en effecten, hoe de grutto terugkomt bijvoorbeeld.”
Voor het onderwijs betekent dat volgens Werkman dat eerst docenten enthousiast worden en dat je verschillende niveaus bedient: vmbo tot en met wo. “Een spel of een challenge is een leuke manier om studenten te laten zien wat er kan in natuurinclusieve landbouw.” Of om te laten zien hoe biodiversiteit werkt. Het gaat in biodiversiteit immers niet alleen over aantallen soorten, maar ook over de balans binnen een ecosysteem.
"Leer ze kijken, leer ze zien en maak ze enthousiast"
Verwondering
Ook het docentenpanel (Marrit Rijkmans (Vonk), Jacco Makkenze (Yuverta), Diederik Sleurink (VHL) en opnieuw Dirk van Apeldoorn (WUR), heeft het over enthousiasme en hoe je dat kunt stimuleren. Het werkt om met studenten in gesprek te gaan, denken ze. En om ze kennis te laten maken met natuurinclusieve aanpak in de praktijk.
Lesmateriaal Vonk vmbo
Het is mooi als ze zich dan ook kunnen verwonderen over de natuur, zegt Sleurink. Bijvoorbeeld over de enorme hoeveelheid aan insecten die vogels per dag eten.
Verwondering helpt. De boodschap voor iedereen die weer terugreist naar school is dan ook: ‘vertel ze niet je moet dit of je moet dat, maar leer ze kijken, leer ze zien en maak ze enthousiast.’
Het natuurinclusieve bloemwerk is gemaakt door studenten van Yuverta Houten
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.