Tekst: Gerrit Strijbis
De route naar deze metamorfose lijkt echter nog lang. Zo beschreef het dagblad Trouw in augustus 2018 de overlast van veehouderijbedrijven in de regio Venray. Naast 43 duizend inwoners leefden daar 650 duizend varkens en 4 miljoen kippen. Geen lust voor het oog, laat staan voor de neus. De belofte dat iedere Limburgse veehouder in 2025 een lust voor het oog is, lijkt eerder op een aankondiging van ‘Boer zoekt Vrouw’ dan op een harmonieus evenwicht tussen mens, natuur en economie op het Limburgse platteland. Deze optimistische uitspraak is echter de doelstelling in het in 2013 samengestelde Manifest evenwichtige veehouderij Limburg.
De omgeving bepaalt
Roger Engelberts, voormalig lector creatief ondernemerschap van HAS Hogeschool, was facilitator en ambassadeur in dit proces. Hij legt uit dat de Provincie Limburg, LLTB (Limburgse Land- en Tuinbouwbond), onderwijsorganisaties en de Natuur- en Milieufederatie de doelstellingen destijds samen hebben geformuleerd. Aandacht voor het milieu, kwetsbare natuurgebieden, dierenwelzijn, de levenskwaliteit van het buitengebied en maatschappelijk draagvlak en aan de andere kant met ontwikkelruimte en rendement voor de veehouders moeten van Limburg in 2025 een paradijs voor iedereen hebben gemaakt. Engelberts: “Het gaat over zintuigelijke waarnemingen waarbij niet perse de overheid, maar de omgeving bepaalt of het om een lust of last gaat.”
Stankoverlast
Inmiddels komen de afspraken tot uiting in het provinciaal beleid en zijn de eerste resultaten zichtbaar. Eén van de eerste verbeteringen is de aanpak van de stankoverlast. Zo beschikken alle nieuwe stallen straks over een luchtwassysteem. Geen toeval volgens Engelberts, van alle irritaties veroorzaakt stankoverlast de meeste ergernis. Ook is er een nieuw initiatief om het traditionele gemengde bedrijf te veranderen, Het Nieuwe Gemengde Bedrijf. De afvalproducten uit het ene productieproces vormen daarbij de grondstoffen voor het andere met als voorbeeld de pluimveesector. Ondernemers willen verder lange transportafstanden voorkomen door hun kippen te slachten op het bedrijf zelf. Met de slacht van kippen op het eigen bedrijf draagt de sector tegelijk bij aan het dierenwelzijn. Engelberts: “Daarmee voorkom je stress bij de dieren tijdens het vervoer naar slachterijen.” Verder broeden de Limburgers op een termijnmarkt voor de varkenssector. Deze bestaat al langer in andere agrarische sectoren en biedt ondernemers de kans zich te beschermen tegen prijsdalingen. Bovenstaande initiatieven zijn al in uitvoering of staan in de steigers om het uiteindelijke doel van het Manifest gestalte te geven. Voor de periode 2020-2025 investeren de partijen in innovatieve productieprocessen. Ook circulaire processen krijgen volop aandacht. Een sterkere positie van de producten in de keten tussen de producent en de consument behoort eveneens tot de aandachtspunten. Ook de kansen buiten Nederland krijgen volop aandacht. Engelberts: ”Limburg telt ruim zeshonderd kilometer landsgrens. Is dat een begrenzing of economische kans op nieuwe verbindingen?” Hij wijst eveneens op verdere exportmogelijkheden en andere inkomstenbronnen als horeca, CO₂-opslag, waterbergend vermogen en recreatie. Bont gezelschap
Aan de samenstelling van het Manifest namen de meest uiteenlopende partijen deel. Dit bonte gezelschap wekt eerder de schijn op van een giftige cocktail dan van een denktank, maar Engelberts noemt het een succesformule.. Naast meningsverschillen bestaan er altijd overeenkomsten: “Wanneer mensen uiteindelijk dezelfde ambities en doelen nastreven, valt het polariserende gedachtegoed weg.” De juiste werkwijze vormt het recept voor een goede samenwerking. “Om daadwerkelijk iets te veranderen neem je een reuzestap in de toekomst, kijk je terug en geniet je van je prestaties. Deze aanpak loont. Je kunt je de toekomst niet voorspellen, maar wel voorstellen. Deze werk- en denkwijze biedt ruimte, creativiteit, vrijheid en de mogelijkheden uit de huidige kaders te ontsnappen.” Met HAS Den Bosch en Citaverde College heeft ook het groene onderwijs bijgedragen aan de samenstelling van het Manifest. De aandachtspunten zien we ook terug in het curriculum van deze instellingen. Het groene onderwijs loopt volgens Engelberts echter nog te veel met de feiten in de huidige maalstroom mee, terwijl de huidige situatie juist initiatief vraagt. Uit de praktische, vaak vakinhoudelijke invulling van het groene onderwijs valt meer te slepen dan de geijkte opleidingen in de veehouderij, hovenierswereld en bloemisterij nu bieden. Groen en duurzaamheid bieden volgens hem meer: “Trek het breder, want thema’s als fijnstof, obesitas, burnout en klimaat vallen ook onder de noemer van sustainability. De innovaties in de land- en tuinbouw bevinden zich op het snijvlak van biologie en technologie. Denk in nieuwe oplossingen waarin de functionele waarde van het product centraal staat. Voeg ook emotie toe aan het product. Verkoop bijvoorbeeld geen boom maar een relatiegeschenk of liefdescadeau.” De nauwe samenwerking tussen alle partijen in Limburg staat haaks op de botte bijl van de boerenprotesten van de afgelopen maanden. Geharnaste boeren met hun agrarische tanks roepen vraagtekens op. Engelberts: “We leven in een land waar een vergunning niet vergund maar gegund wordt.” Hij wijst op het glazen huis waarin Nederlandse agrariërs zich bevinden, ons land vertoont qua bevolkingsdichtheid overeenkomsten met stadsstaten als Sjanghai, Mexico of Singapore. Niet een door de overheid verleende vergunning bepaalt de toekomst van de boer, maar de gunfactor van zijn omgeving. Engelberts: “Als je omgeving jou je bedrijf gunt, heb je bestaansrecht.” Bron introfoto: ShutterstockInvesteren in innovatieve (circulaire) productieprocessen
Groen onderwijs
Boze boeren
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.
Meer lezen?
Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.