In verzamelde stap naar een gezamenlijke toekomst

Tekst: Kirsten van Valkenburg
Foto’s: van de geïnterviewden

Maar liefst zevenhonderd hippische mbo-studenten waren dit jaar aanwezig bij de hengstenkeuring van het KWPN (Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland). Ieder jaar maken zij vakopdrachten, volgen een lezing vanuit het stamboek en doen mee aan een vakinhoudelijke quiz. Hiervoor speuren ze naar QR-codes die verspreid staan in de hallen van het evenement.

Het is één van de studentendagen die het praktijkcluster paard organiseert. In samenwerking met het grootste paardenstamboek van Nederland worden mbo-studenten een dag ondergedompeld in de wereld van de paardenfokkerij. Andersom krijgen de aanwezige fokkers een beeld van het onderwijs, want ook zij kunnen de QR-codes van de quiz scannen. De prijsuitreiking van de quiz vindt plaats in de hoofdring van het evenement. “Een mooie manier om het mbo-onderwijs onder de aandacht van aanwezige fokkers te brengen”, stellen Denise Verwey van Yuverta en Judith Antuma-van der Veen van Zone.college.

Unieke samenwerking

In het praktijkcluster paard van CIV Groen werkt het volledige hippisch onderwijs samen met vertegenwoordigers van de hippische sector, een unieke samenwerking. Alle mbo’s en hogescholen met een hippische opleiding doen mee, naast Wageningen University & Research.

Denise Verwey en Judith Antuma-van der Veen vormen samen met Anne Groothedde-Kremers van Aeres de mbo-stuurgroep in het praktijkcluster paard. Zij vertegenwoordigen vijftien mbo’s die drie opleidingen aanbieden: vakbekwaam medewerker paardenhouderij (niveau 3), bedrijfsleider paardenhouderij (niveau 4) en instructeur paardenhouderij en paardensport (niveau 4).

Denise Verwey

Het doel van het praktijkcluster paard is om gezamenlijk vernieuwend onderwijs te maken dat aansluit bij de sector. Hans van Tartwijk van Hogeschool Van Hall Larenstein vertegenwoordigt in het praktijkcluster de hogescholen met een hippische opleiding: “Door het praktijkcluster is er goed contact tussen de docenten van Aeres Hogeschool Dronten, Aeres Hogeschool Wageningen, HAS Green Academy en Van Hall Larenstein. We spreken elkaar regelmatig en weten van elkaar wat we doen.”

Hans van Tartwijk

"In praktijkcluster paard van CIV Groen werkt hippisch onderwijs samen met de hippische sector"

Sector in beeld

De paardensector is breed en kent een enorme diversiteit. Mieke Theunissen is sectorspecialist paardenhouderij bij LTO Nederland en heeft ook zitting in het praktijkcluster paard. Op basis van gegevens van LTO Nederland doet Mieke schattingen over de paardensector. “Er zijn zo’n 450.000 paarden in Nederland en ongeveer 1 miljoen liefhebbers, waarvan de helft een actieve ruiter is, iemand die minimaal één keer in de week op een paard zit.” Het blijft bij schattingen, omdat een grote groep liefhebbers niet georganiseerd is, via bijvoorbeeld een sectororganisatie. Die miljoen liefhebbers loopt uiteen van ruiters die topsport beoefenen tot bezoekers van paardenevenementen. En om het nog wat ingewikkelder te maken; er zijn veel vormen van paardensport. Het gaat over dressuur en springsport, maar bijvoorbeeld ook over mennen, rensport en eventing. “Een groeiende tak is die waarbij paarden worden ingezet bij coaching en therapie, in allerlei verschijningsvormen.” Bij LTO Nederland wordt de schatting gedaan dat er 1,5 tot 2 miljard euro per jaar omzet is in de sector. Over de werkgelegenheid in de gehele sector zijn geen duidelijke, recente cijfers bekend, geeft Mieke aan.

Judith Antuma-van der Veen

Sector en onderwijs hebben elkaar nodig

De hippische sector en de hippische opleidingen hebben elkaar nodig, maar ervaren beiden een kloof. Mieke: “Dan gaat het vooral over verwachtingen naar elkaar en kennis over wat de ander doet. Zo is het onderwijs veel breder dan alleen een jonge professional opleiden. Onderwijs gaat bijvoorbeeld ook over de maatschappelijke ontwikkeling van jongeren. Het is een vraag voor het praktijkcluster, hoe we het bedrijfsleven beter laten zien wat het onderwijs allemaal doet. Tegelijkertijd gun ik iedere docent stages in de sector, om zo nog beter op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in de sector. Maar door de regeldruk in het onderwijs is daar vaak weinig tijd voor.”

Mieke Theunissen

Het praktijkcluster onderneemt activiteiten om het bedrijfsleven en onderwijs steeds meer met elkaar te laten optrekken. Judith: “Dan kunnen we kennis, verwachtingen, mogelijkheden en veontwikkelingen uitwisselen.” Dat gebeurt onder andere tijdens het jaarlijkse live-congres van het praktijkcluster, een landelijke bijscholingsdag voor hippische docenten en bedrijfsleven. Denise licht toe: “We zijn nu volop bezig met het uitnodigen van nog meer sectorpartijen. Vanuit die ontmoeting kunnen we met elkaar verder.” Hans voegt toe: “Wat ons nog te doen staat? Als hippisch onderwijs onze relevantie en impact naar de sector steeds sterker invullen.”

Scriptiewedstrijd met impact

Sinds dit jaar is er ook een samenwerking tussen Dutch Masters en het praktijkcluster paard in de vorm van een studentendag. Dutch Masters is een evenement met spring- en dressuurwedstrijden op internationaal topniveau. Voor mbo-studenten is er een programma ontwikkeld met een internationaal parcoursbouwer die vanuit de ring toelichting geeft op het parcours en een masterclass met een internationaal dressuurjurylid. Denise en Judith zijn trots op de samenwerkingen met de sector: “Mooi dat we zo het hippisch onderwijs en de sector kunnen verbinden.”

De hogescholen organiseerden tijdens de Dutch Masters voor het eerst de scriptiewedstrijd voor hun studenten. Stichting Hippisch Innovatieve Projecten schonk de prijs van €500 voor de winnende scriptie. Na een voorselectie deden vijf studenten een pitch over hun afstudeeronderzoek voor een driekoppige jury. Hans: “De juryleden waren afkomstig uit de sector en waren blij verrast om te zien waarmee studenten allemaal bezig zijn. Het is voor de hogescholen een manier om onze impact op de sector te laten zien.” De hogescholen gaan deze scriptieprijs verder laten groeien, zodat het straks een eer voor studenten is om hier aan mee te mogen doen. “En dat de sector de scripties gaat zien als een relevante bron van innovaties,” kijkt Hans graag vooruit.